31349 |
krompasser |
beenpasser:
bēnpɛsǝr (P219p Jeuk),
buigpasser:
bø̜jxpasǝr (L328p Heel),
buitenpassel:
būtǝpɛsǝl (L291p Helden, ...
L290p Panningen),
buitenpasser:
buitenpasser (K317p Leopoldsburg),
būtǝpasǝr (L330p Herten, ...
L299p Reuver,
L423p Stokkem),
būtǝpɛsǝr (L423p Stokkem),
bǫwtǝnpasǝr (L414p Houthalen),
calice-passer:
kalespasǝr (K353p Tessenderlo),
dikke passer:
dekǝ pasǝr (Q001p Zonhoven),
diktecirkel:
dektǝtserkǝl (Q121b Spekholzerheide),
diktepasser:
dektǝpɛsǝr (Q086p Eigenbilzen, ...
Q099q Rothem),
enkele kromcirkel:
ęŋkǝlǝ kromtserkǝl (Q121b Spekholzerheide),
gatpasser:
gǭtpɛstǝr (P176b Bevingen),
klempasser:
klɛmpasǝr (L270p Tegelen),
kromme passer:
krom pęsǝr (L213p Well),
kromǝ pasǝr (Q204a Mechelen, ...
Q116p Simpelveld,
L270p Tegelen,
L210p Venray),
kromǝ pɛsǝr (L434p Limbricht, ...
L294p Neer,
Q098p Schimmert,
Q015p Stein,
L270p Tegelen),
krum ~ (Q033p Oirsbeek),
krǫmǝ ~ (Q027p Doenrade),
krompasser:
krompasǝr (Q119p Eygelshoven, ...
L330p Herten,
Q121p Kerkrade,
L299p Reuver,
L329p Roermond,
L271p Venlo),
kromppasǝr (L299p Reuver),
krompɛsǝr (Q019b Groot Genhout, ...
L330p Herten,
L331p Swalmen),
krǫmpasǝr (L217p Meerlo),
krǫmppasǝr (Q113p Heerlen),
krǫmpɛsǝr (L165p Heijen),
maatpasser:
mǭtpasǝr (L387p Posterholt),
meetpasser:
mē̜tpasǝr (L271p Venlo),
naafpasser:
nāfpɛsǝr (Q204a Mechelen),
passer:
pɛsǝr (L381p Echt, ...
Q111p Klimmen),
ronde passer:
rǫndǝ pɛsǝr (L159a Middelaar),
rondpasser:
rontpɛsǝr (Q111p Klimmen),
roŋkpasǝr (Q121c Bleijerheide),
vandiktepasser:
vandektjǝpɛsǝr (L321p Neeritter),
vandektǝpɛstǝr (Q083p Bilzen),
vandiktepasser (L421p Dilsen, ...
K353p Tessenderlo),
vandiktǝpasǝr (L382p Montfort),
verdikpasser:
vǝrdekpasǝr (P047p Loksbergen, ...
Q005p Zutendaal),
verdiktemaat:
vǝrdiktǝmǭt (L382p Montfort),
verdiktepasser:
vǝrdekpɛstǝr (Q083p Bilzen
[(ouder dan de vandiktepasser)]
),
vǝrdekpɛsǝr (Q095p Maastricht)
|
Passer met gebogen benen en stompe punten die dient om bolvormige en onregelmatige vormen op te meten. De wagenmaker bijvoorbeeld gebruikt de krompasser bij het draaien van wielnaven. Hij meet er de doorsnede van de naven mee op. Zie ook afb. 109. In Bilzen (Q 83) werden met de verdiktepasser de spijlen van trapleuningen nagemeten. Die werden balusters (baløstǝrs) genoemd. Zie ook het lemma ɛbalusterɛ in Wld II.9, pag. 152.' [N 53, 193b-c; N G, 16a] || Passer met kromme benen waarmee de dikte van voorwerpen kan worden gemeten. Er bestaan twee uitvoeringen van de krompasser: één met veer en stelschroef en één met een scharnierpunt dat voldoende stroef is om de twee benen, na het uitzetten van de vereiste afmeting, in die stand vast te houden. De benen van de krompasser met stelschroef kunnen met een kartelmoer worden gefixeerd. Zie ook afb. 82. [N 33, 252c; N 64, 80b; N 66, 1b]
II-11, II-12
|