33920 |
kwade droes |
droes:
drus (L295p Baarlo, ...
Q003p Genk,
Q113p Heerlen,
L291p Helden,
L330p Herten,
L292p Heythuysen,
L290p Panningen,
Q015p Stein,
L331p Swalmen,
L318b Tungelroy),
kwade droes:
kwǭi̯ǝ drus (L269p Blerick, ...
L292p Heythuysen,
L298p Kessel,
L332p Maasniel,
L331p Swalmen),
kwǭǝn drus (L290p Panningen),
kōjǝn drus (L265p Meijel),
kǭ drus (Q098p Schimmert),
kwade streng:
kwade streng (Q088p Lanaken),
rots:
rǫts (L163p Ottersum
[(kwade droes= snotziekte - duits ''Rotz'')]
)
|
Kwade droes of malleus is een slepende ziekte die nog weinig voorkomt. Op het neusslijmvlies ontstaan knobbeltjes en wonden met opstaande randen die stervormige littekens achterlaten. De keelgangsspieren zijn gezwollen, met harde knobbelige, vastzittende verdikkingen. De dieren hebben koorts en vermageren. Meestal wordt tussen goedaardige en kwade droes geen onderscheid meer gemaakt; op vele plaatsen is kwade droes onbekend. [A 48A, 28a; N 8, 90a; N 52, 15a; monogr.]
I-9
|