33323 |
langwerpige hoeve |
boerderij:
[boerderij] (L269b Boekend, ...
K316p Heppen,
P046p Linkhout,
L163p Ottersum,
L270p Tegelen,
K353p Tessenderlo,
Q080p Vliermaal,
P044p Zelem),
boerenhuis:
burǝās (P174p Velm),
geleg:
[geleg] (L372p Maaseik),
gevelhuis:
gēvǝlhøš (L265p Meijel
[(met de deeldeuren in de lange gevel)]
),
gēvǝlhø̜̄i̯s (K361a Boekt Heikant),
gē̜ ̞vǝlhūs (L282p Achel
[(met de deeldeuren in de lange gevel)]
),
kempense boerderij:
kęmpǝsǝ [boerderij] (P051p Lummen),
lang geleg:
lāŋk [geleg] (L416p Opglabbeek),
langbouw:
laŋkbōu̯ (K358p Beringen),
lange boerderij:
laŋ [boerderij] (L314p Overpelt, ...
L290p Panningen,
P176p Sint-Truiden,
L270p Tegelen,
L318b Tungelroy),
lange vorst:
laŋǝ ve.s (Q009p Maasmechelen),
lange winning:
lāŋ [winning] (P218p Borlo, ...
P175p Gingelom),
langgevelhuis:
laŋgēvǝlhø̜̄ǝs (P055p Kermt),
laŋgęi̯vǝlhūs (P050p Herk-de-Stad),
langhuis:
laŋhȳs (L159a Middelaar),
laŋhø̜̄ǝs (Q071p Diepenbeek, ...
Q002p Hasselt,
P055p Kermt),
laŋhūs (L312p Neerpelt, ...
L266p Sevenum),
laŋkhøš (L265p Meijel),
laŋkhø̜̄i̯s (L360p Bree),
laŋkhø̜̄s (P049p Donk, ...
P045p Meldert),
laŋkhūs (L317p Bocholt, ...
Q007p Eisden,
Q021p Geleen,
Q018p Geulle,
L326p Grathem,
Q039p Hoensbroek,
Q028p Jabeek,
L288p Nederweert,
Q096c Neerharen,
L321p Neeritter,
L322a Nunhem,
Q033p Oirsbeek,
L416p Opglabbeek,
L371p Ophoven,
L420p Rotem,
L378p Stevensweert,
L270p Tegelen,
L318b Tungelroy,
Q097p Ulestraten,
L271p Venlo,
L368b Waterloos,
L289p Weert),
laŋkhǫs (Q086p Eigenbilzen, ...
Q093p Rosmeer),
laŋkhǫu̯s (Q072p Beverst, ...
Q003p Genk),
laŋkhǭs (Q076p Romershoven),
laŋkuis (K278p Lommel),
laŋkø̜̄i̯s (K361a Boekt Heikant),
laŋkø̜̄s (K358p Beringen),
laŋø̜̄s (P048p Halen, ...
K317p Leopoldsburg),
lāŋkhø̜s (K358p Beringen, ...
K314p Kwaadmechelen),
lāŋkhūs (L282p Achel, ...
L286p Hamont,
L316p Kaulille),
langshuis:
laŋshȳs (L211p Leunen),
omloper:
ømlø̜i̯pǝr (Q007p Eisden),
schuurhuis:
šȳrhūs (L378p Stevensweert
[(met de deeldeuren in de lange gevel)]
),
winning:
[winning] (P046p Linkhout)
|
Het boerderijtype waarbij het bouwwerk één geheel vormt; woonhuis, stallen en schuur zijn achter elkaar geplaatst onder één langwerpig dak. Navraag naar verschil in boerderijbenaming, wanneer de grote deeldeuren in de korte of achtergevel dan wel in de lange zijgevel zijn geplaatst, leverde slechts in drie plaatsen een positief antwoord op. Zie onder de typen gevelhuis en schuurhuis. Waar de opgave identiek is met de naam voor de boerderij in het algemeen (zie het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1), ook voor de fonetische documentatie van deze opgaven), is doorgaans aangegeven dat dit het enig voorkomende type is en derhalve geen specifieke naam heeft. De betreffende opgaven zijn wel bij de lemmata 1.2.1 - 1.2.6 opgenomen en staan telkens vooraan in het lemma. Bij het type langhuis is niet goed uit te maken of het om een woordgroep dan wel om een samenstelling gaat. Slechts een enkele keer is het woordaccent aangegeven; dan staat het op de eerste lettergreep. Zie kaart 4, het Ten Geleide van deze aflevering en afbeelding 2. [N 4A, 1a en 2a]
I-6
|