27280 |
leisteen |
jura:
jūra (Q117a Waubach),
žyra (K353p Tessenderlo),
žøra (P057p Kuringen, ...
P051p Lummen),
jurasteen:
žøreastin (K359p Koersel),
žørešstin (K359p Koersel),
leisteen:
lęjstęjn (L364p Meeuwen, ...
L318b Tungelroy),
lęjstīn (P176b Bevingen, ...
P057p Kuringen),
lęjštē (Q117a Waubach),
lęjštęj.n (Q099q Rothem),
lęjštęjn (L431p Dieteren, ...
L330p Herten),
lɛjštē̜jn (Q111p Klimmen, ...
Q020p Sittard,
Q097p Ulestraten),
noorse lei:
nōrsǝ lęj (L431p Dieteren, ...
Q117a Waubach),
scheversteen:
šēvǝrštēǝ (Q197p Noorbeek, ...
Q197a Terlinden),
schiefer:
šīfǝr (Q255p Kelmis),
schilversteen:
šelǝvǝrštēǝ (Q197p Noorbeek, ...
Q197a Terlinden),
solnhofer:
sǫlǝnhø̜̄fǝr (L291p Helden),
sǫlǝnhōfǝr (L290p Panningen, ...
L432p Susteren,
L289p Weert),
sǫnǝnhōvǝr (Q194p Rijckholt),
zǫlhōfǝr (L382p Montfort)
|
In de mijn kwam men ook leisteen tegen. [monogr.] || Vast, hard, natuurlijk gesteente, in het algemeen van laagvormige of schilferige structuur en meestal grijs of grijsblauw van kleur. Het wordt onder meer gebruikt als bouwmateriaal en voor dakbedekkingen. Zie ook het lemma 'Daklei'. De woordtypen jurasteen, jura en solnhofer verwijzen naar de winplaatsen van deze steensoorten, respectievelijk het Juragebergte en het plaatsje Solnhofen in Beieren (Duitsland). [N 30, 55g;]
II-4, II-9
|