31939 |
leunknop van de booromslag |
boorknop:
būǝrknup (L328p Heel),
bǭrknup (L387p Posterholt),
boortop:
bǫwǝrtǫp (K353p Tessenderlo),
bovenkop:
bǭvǝkǫp (L330p Herten),
bovenstuk:
buǝvǝstęk (Q083p Bilzen),
ei:
ę.j (L424p Meeswijk),
knop:
knop (L421p Dilsen),
knup (L271p Venlo),
kop:
kǫp (Q083p Bilzen),
ronde knop:
rǫnǝ knup (Q204a Mechelen),
schoudersteun:
sxawǝrstø̄n (K317p Leopoldsburg)
|
De platronde bol aan de bovenzijde van de booromslagwaarmee men tijdens het boren met de hand of met de borst druk uitoefent op het boorijzer. Zie ook afb. 81. [N 53, 161e; monogr.]
II-12
|