| 25605 |
loonbak |
afbak:
āfbák (Q204p Wittem),
bijbak:
bibak (Q198b Oost-Maarland),
bējbak (Q113p Heerlen),
bęjbak (Q121p Kerkrade, ...
Q095p Maastricht),
bībak (Q035p Brunssum, ...
Q036p Nuth,
Q099q Rothem,
Q097p Ulestraten),
boerenbaksel:
bø̄rǝbaksǝl (L372p Maaseik),
boerendeeg:
būrǝdęjx (L330p Herten),
boerenmik:
būrǝmek (L330p Herten),
deeg:
deeg (Q028p Jabeek),
huisbak:
husbak (L270p Tegelen),
hūsbak (L432a Koningsbosch, ...
L377p Maasbracht),
huismik:
hūsmek (L331p Swalmen),
inschiet:
enšēt (L317p Bocholt),
inschiet (Q003p Genk),
insxi-jt (K278p Lommel),
inschieter:
%%meervoud%%
ensxētǝrs (L250p Arcen),
loonbak:
loanbak (Q097p Ulestraten),
loonbak (L427p Obbicht, ...
Q015p Stein),
loǝnbak (L299p Reuver),
lunbak (Q035p Brunssum, ...
Q198p Eijsden,
Q121e Kaalheide,
Q035a Rumpen),
luǝnbak (Q202p Eys, ...
Q113p Heerlen,
Q112p Voerendaal),
lō.nbak (Q020p Sittard),
lōnbak (L383p Melick),
lūnbák (Q204p Wittem),
lūǝnbak (Q197p Noorbeek),
lǫanbak (Q019p Beek),
meebak:
mē̜jbak (L312p Neerpelt),
schietweg:
sxītwęk (L163p Ottersum)
|
Deeg van brood en gebak dat aan huis is klaargemaakt en dat naar de bakker wordt gebracht om er brood of gebak van te laten bakken tegen een vergoeding. [N 29, 98; monogr.]
II-1
|