id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
25864 | loonstoken | loonpersen: lōnporšǝ (Posterholt), loonstoken: loonstoken (Laak), luǝnstǭkǝ (Roggel), lūnstǭkǝ (Baarlo), lǫanstǭkǝ (Peij), stoken: stǫǝkǝ (Wellen) | Stroop fabriceren tegen betaling. In L 295 bracht de boer fruit, bieten en lege potten. Hij kreeg de met stroop gevulde potten terug en betaalde het loon aan de stroopstoker. [N 57, 3a] II-2 |