e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mandenmakersplank korfplank: kø̜rǝfplaŋk (Stokkem, ... ), plank: plaŋk (Sint-Truiden), werkplank: werkplank (Diepenbeek), zitberd: zet˱bɛt (Loksbergen), zitplank: zetplaŋk (Meijel), zetplãŋk (Tessenderlo) De plank waarop de mandenmaker zit tijdens het vlechten. Zie ook afb. 268. In Maastricht (Q 95) zat de mandenmaker op een bankje (bɛ̄ŋskǝ) en in Weert (L 289) op een stoeltje. In Stokkem (L 423) zat de mandenmaker niet op zijn knieën, maar leunde hij tegen een rugplank. [N 40, 76] II-12