e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
matkopmees bijenmeesje: bijje-miske (Waubach), bijenvreter: bieëvrèter (Swalmen), bijmees: biemeisj (Urmond), bijmeesje: biemeesjke (Oirsbeek), biemeske (Opglabbeek), bijmus: biemösj (Stevensweert), bijmusje: bi-jmöske (Nederweert), dennenpiepertje: dennepieperke (Nederweert), houttietenmus: Frings  hōu̯ttitəmeͅs (Beverst), keeskeit: keet is een insectenetend vogeltje (TWb kaaskeet?; vdBerg; omgesp.  kɛ̄jəskɛ̄jət (Wellen), keesmutsje: kîêsmuutsje (Kerkrade), matkop: matkop (Neerpelt), matkoͅp (Maaseik), matkopbijmusje: matkopbiemöske (Weert), matkopmees: matkopmees (Overpelt), matkopmēs (Meijel), matkopmeͅi̯əs (Lommel), vdBerg; omgesp.  matkopmēs (Sint-Truiden), matkopmeesje: matkoͅpmēskə (Kaulille), doorgaans Frings, soms eigen spelling  matkoͅpmeͅskə (Kwaadmechelen), mees: mees (Opglabbeek), Frings; half lang als lang omgespeld  mēs (Lanklaar), meesje: maizeke (Oost-Maarland), meizeke (Oost-Maarland), mutskop: is de rietvink?; cf etym. aant.  moetsjkop (Swalmen), ossenkopje: osseköpke (Weert), tieteit: Frings  tītēͅt (Borgloon), tietemees: titəmēs (Tongeren), ook: tietemees, de algemene term voor mees, vr. 52  tietemees (Bilzen), tietemeesje: tietemaiske (Eigenbilzen), tietemus: Frings  titəmøͅi̯s (Diepenbeek), vuurschieter: vuurschietter (Gennep), winterkoninkje: weenterkeunningske (Gennep), zwartkopje: zjwartköpke (Houthem, ... ), zwartkopmees: sjwartkopmeis (Valkenburg), zjwartkopmijs (Valkenburg) matkop || matkopmees || matkopmees (11,5 kleur als zwarte mees [053], maar zonder nekplek; broedt alleen in vermolmd hout, liefst in vochtig bos; roep [ti-ti-ti-pè-pè-pè], in voorjaar [tjuu-tjuu-tjuu] [N 09 (1961)] III-4-1