32781 |
meerdelige eg |
[eg]:
[eg] (L292p Heythuysen),
[eg] met drie stukken:
[eg] mɛ ̝ drɛ̄ ̝ǝ stø̜kø̜ (P175p Gingelom),
balk[eg]:
balǝk[eg] (L164p Gennep, ...
L163p Ottersum),
boom[eg]:
bǫm[eg] (L164p Gennep, ...
L163p Ottersum),
compound[eg]:
kǝmpūn[eg] (Q162p Tongeren),
deel:
dīǝl (L246p Horst),
dobbele [eg]:
dubǝl [eg] (Q117p Nieuwenhagen),
dǫbǝl [eg] (L282p Achel, ...
L192b Aijen,
L215p Blitterswijck,
Q159p Broekom,
P175p Gingelom,
L246p Horst,
L248p Lottum,
Q194p Rijckholt,
Q097p Ulestraten),
dobbele zigzag:
dǫbǝlǝ seksak (L321p Neeritter),
drie[eg]:
dri[eg] (L215p Blitterswijck),
driedeels[eg]:
dręi̯dēls˱[eg] (Q118p Schaesberg),
driedelige [eg]:
dri(i̯)diǝlegǝ [eg] (L244c America, ...
L214p Wanssum),
drɛ ̝i̯dēlegǝ [eg] (Q211p Bocholtz),
drievelds[eg]:
dre ̞i̯vɛ.lts[eg] (Q191p Cadier),
drivɛ ̝lts˱[eg] (L246p Horst),
drivɛ̄lts˱[eg] (L164p Gennep, ...
L165p Heijen,
L163p Ottersum),
dręi̯vɛlts˱[eg] (L265p Meijel),
drieveldse [eg]:
drivɛ̄ltsǝ [eg] (L192a Siebengewald),
drievoudige [eg]:
dręi̯.vɛ ̝ldegǝ [eg] (Q116p Simpelveld
[(voor 3 paarden)]
),
dubbelde [eg]:
dø̜bǝldǝ [eg] (L115p Mook),
dubbele [eg]:
døbǝl [eg] (L286p Hamont),
dø̜bǝl [eg] (L269b Boekend),
dubbele zigzag[eg]:
dǫbǝl zek˲zak[eg] (L292p Heythuysen),
eegje:
ē̜xskǝ (L209p Merselo, ...
Q020p Sittard),
eenvelds[eg]:
ęi̯nvɛ.lts˱[eg] (Q191p Cadier),
eg] met twee stukken:
[eg] mɛ ̝ twē̜ǝ stø̜kǝ (P175p Gingelom),
enkele [eg]:
ēŋkǝl [eg] (L192b Aijen, ...
Q194p Rijckholt),
klein eegje:
klęi̯n ē̜xskǝ (L269b Boekend),
klein egje:
klęi̯n ęxskǝ (L215p Blitterswijck),
kleine [eg]:
klē̜n [eg] (L115p Mook),
klęi̯n [eg] (Q099q Rothem),
koppel[eg]:
kǫpǝl[eg] (L295p Baarlo, ...
L429a Berg,
L360p Bree,
L164p Gennep,
L286p Hamont,
L165p Heijen,
L289a Hushoven,
Q204a Mechelen,
L364p Meeuwen,
L159a Middelaar,
L163a Milsbeek,
L115p Mook,
L163p Ottersum,
P107a Rummen,
Q098p Schimmert,
L192a Siebengewald,
P176p Sint-Truiden,
L331p Swalmen,
L270p Tegelen,
Q112z Ten Esschen,
Q094b Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler),
meerdelige [eg]:
mīǝrdiǝlegǝ [eg] (L246p Horst),
meervelds[eg]:
mēǝrvɛltjs˱[eg] (L332p Maasniel),
stuk:
støk (L246p Horst),
trek:
tręk (L321p Neeritter),
tweedelige [eg]:
tswɛ ̝idēlegǝ [eg] (Q211p Bocholtz),
tswɛ ̝i̯dīǝlegǝ [eg] (Q116p Simpelveld),
twiǝdiǝlegǝ [eg] (L244c America),
tweevelds[eg]:
twivɛ.lts˱[eg] (Q191p Cadier),
twiǝvɛlts˱[eg] (L265p Meijel),
twēvɛltjs˱[eg] (L332p Maasniel),
twīǝvɛ ̝lts˱[eg] (L246p Horst),
tweevoudige [eg]:
tswɛ ̝i̯vɛ ̝ldegǝ [eg] (Q116p Simpelveld
[(voor 2 paarden)]
),
veld:
vɛ ̝.lt (Q116p Simpelveld),
vierdelige [eg]:
vērdēlegǝ [eg] (Q211p Bocholtz),
viervelds[eg]:
vērvɛ.lts˱[eg] (Q191p Cadier),
vērvɛlts˱[eg] (L265p Meijel, ...
Q117p Nieuwenhagen),
vierveldse [eg]:
vīrvɛ̄ltsǝ [eg] (L192a Siebengewald),
zaad[eg]:
[zaadeg] (L192a Siebengewald),
zǭt˱ē̜x (L163p Ottersum),
%%de beide volgende opgaven zijn meervoud en betreffen de delen van een (als zaadeg gebruikte) samengestelde eg%%
zǭt˱ē̜gǝ (L265b Kronenberg),
%%de volgende termen zijn van toepassing op één van de deeleggen; zaad[eg]%%
zǭt˱[eg] (L265b Kronenberg),
zaadeegje:
zǭt˱ē̜xskǝ (L269b Boekend, ...
L163p Ottersum),
zaadegje:
zǭt˱ęxskǝ (L247p Broekhuizen, ...
L192a Siebengewald),
zaai-egje:
zǭi̯ęxskǝ (L246p Horst),
zaai[eg]:
[zaaieg] (Q191p Cadier),
zigzag:
[zigzag] (L324p Baexem
[(2 of 3 velden)]
, ...
L288c Eind
[(2 velden)]
,
L320a Ell
[(2 of 3 velden)]
,
L322p Haelen
[(3 tot 5 velden)]
,
L416p Opglabbeek
[(2 velden)]
,
L318p Stramproy
[(2 velden)]
,
L374p Thorn
[(3 of 4 velden)]
,
L318b Tungelroy
[(2 velden)]
),
zigzag[eg]:
[zigzageg] (Q192p Margraten
[(3 velden)]
, ...
L424p Meeswijk
[(2 velden)]
,
L265p Meijel
[(3 velden)]
,
L312p Neerpelt
[(2 velden)]
,
L322a Nunhem
[(3 velden)]
,
L381a Putbroek
[(2 of 3 velden)]
,
Q099q Rothem
[(2 velden)]
,
L318b Tungelroy
[(2 of 3 velden)]
)
|
Bedoeld wordt een combinatie van twee of meer eggen van dezelfde soort en grootte, die - naast elkaar liggend en meestal onderling verbonden, met haken of korte kettingen aan een gemeenschappelijke trekbalk bevestigd zijn; zie afb. 62. Zulk een combinatie werd gewoonlijk door twee paarden getrokken. In de betrokken termen hieronder vertegenwoordigt het lid drie ook varianten van het type ''drij''. Voor ''eg'' en ''eg'' zie men het lemma ''eg''. [N 11, 67 + 76; N 11A, 162a + b; N J, 10 add.; div.; monogr.]
I-2
|