e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
melganzevoet aardappelkruid: ɛ̄rpǝlkrø̜i̯t (Mielen-boven-Aalst), boompjes: bȳmkǝs (Bevingen), bø̄mkǝs (Buvingen), boompjeskruid: bø̜i̯mkǝskrū.t (Vroenhoven), bɛi̯mkǝskrū.t (Veldwezelt), bɛ̄mkǝskrō.t (Vlijtingen), bɛ̄mkǝskrű̄.t (Hees), dikkop: `dekǫp (Hamont), ganzepoot: gǭzǝpuǝt (Tungelroy), grijskruid: grɛi̯.skrǫu̯ǝ.t (Hoeselt), hoogop: hōgǫp (Eben-Emael, ... ), hǫu̯gǫp (Vliermaalroot), ijzerkruid: ē.zǝrkrō.t (Grote-Spouwen), koebaard: kubǭ.t (Piringen), kruid: krõ̜u̯.t (Munsterbilzen), meel: miɛ.l (Kozen), mēlǝ (Beringen, ... ), mēǝ.l (Kermt), mīęl (Neerpelt), mīǝ.l (Kuringen, ... ), mīǝ.lǝ (Lummen), mīǝl (Overpelt), (mv)  mēǝlǝ (Zolder), mel: mel (Achel, ... ), męl (Kwaadmechelen, ... ), mɛl (Heppen, ... ), melde: mei̯ltj (Berbroek), melt (Lommel, ... ), mię.ltj (Hasselt), miǝ.lt (Alken, ... ), miɛ.ltj (Zonhoven), mi̯ɛlt (Houthalen, ... ), mēǝlt (Donk, ... ), męlt (Binderveld, ... ), męlzǝ (Meldert, ... ), mīǝ.lt (Schulen, ... ), mīǝltj (Godschei, ... ), mīǝlzǝ (Linkhout), mɛi̯ǝ (Smeermaas), mɛls (Loksbergen), meldekruid: mɛi̯ǝkrut (Smeermaas), meldestam: meljstamǝ (Diepenbeek), melganzevoet: melganzevoet (Echt), melie: me.li (Eksel), mē.li (Hechtel), (mv)  mē.liǝ (Paal), murit: mȳǝrit (Zonhoven), pardelle: pǝrtɛ̄.l (Wintershoven), pardelwortel: pǝrtɛlwǫtǝl (Munsterbilzen), pardelwortelsmel: pǝrtɛlwǫrtǝlsmel (Diepenbeek), pulpkruid: py.lǝpkrau̯.t (Berg), pø.lǝpkrau̯.t (Nerem), pølǝlpkrāt (Vorsen), rattestaart: ratǝstat (Montenaken), reutsel: rīǝtsǝl (Heesveld-Eik), rib: røp (Tungelroy), schepmel: šępmel (Heesveld-Eik), schietkruid: šē.tkrō.t (Martenslinde), schietmeel: sxetmēl (Lommel), šętmēl (Zutendaal), schietmel: sxitmel (Helden, ... ), sxitmelj (Maasniel), šitmel (Montfort, ... ), šētmel (Kessel), schietmelde: sxitmęldǝ (Blitterswijck, ... ), sxētmiltj (Nederweert), šitmēlj (Herten), šētmelj (Baexem, ... ), šītmelt (Meijel), schietsmeel: sxētšmēlj (Ell), šø̜tsmē̜l (Lanklaar), šø̜tšmē̜ltj (Rotem), šētsmēl (Kessenich), šētsmēlj (Kinrooi, ... ), šētsmē̜l (Elen), šētsmęl (Maaseik), schietsmeer: šø̜tsmiǝr (Dilsen), schietsmelie: šētsmēlii̯ǝ (Tungelroy), schijtkruid: skē̜ǝ.tkrǭǝ.t (Heers), sxē̜.tkrø̜̄.t (Ordingen), sxē̜.tkrǭǝ.t (Hoepertingen), sxē̜tkrāt (Brustem), sxē̜ǝ.tkrǭi̯ǝ.t (Zepperen), sxē̜ǝ.tkrǭǝ.t (Mechelen-Bovelingen, ... ), schijtmeel: šø̜tmē̜l (Vucht), schijtmel: šøtmil (Diepenbeek), šętmil (Genk, ... ), sintjanskruid: sent`janskrǭǝ.t (Heks, ... ), smeel: smēi̯lj (Neeroeteren, ... ), smēl (As, ... ), smēǝl (Lanaken), trechterkruid: trixtǝrkrō.t (Mopertingen), vroegop: vrø̄gop (Stokkem), wild kruid: welt krō.t (Herderen), wild sintjanskruid: wi.ljtsentjanskrǭǝ.t (Hopmaal), wilde els: welǝn ę.ls (Romershoven), wilde meel: (mv)  wøl mēǝlǝn (Heusden), wilde mel: welǝ mɛl (Berverlo), wilde melde: wel melžǝ (Munsterbilzen), wel mīǝlzǝ (Linkhout), wilde spinazie: wel spināžǝ (Tongeren) Chenopodium album L. Zeer algemeen voorkomend onkruid op braakliggend land en bouwland, vooral bij sterke bemesting, en met name ook waar pulpkuilen gestaan hebben. Het heeft witte bloemtrosjes, die van juli tot de herfst bloeien, en bladeren die van boven dof en van onder wit-melig zijn. De hoogte varieert van 15 tot 120 cm. [JG 1a, 1b; A 60A, 83; monogr.] I-5