33315 |
mes van de sikkel |
blad:
blat (Q211p Bocholtz, ...
P048p Halen,
Q096c Neerharen),
blāt (K361a Boekt Heikant, ...
L331b Boukoul,
Q111p Klimmen,
Q197p Noorbeek,
L427p Obbicht,
K357p Paal,
L329p Roermond,
L423p Stokkem,
L331p Swalmen,
L270p Tegelen,
L318b Tungelroy,
Q014p Urmond),
halve maan:
halǝf mǭn (L331p Swalmen),
kling:
kleŋ (Q119p Eygelshoven),
krom:
krǫm (L324p Baexem, ...
L291p Helden,
L384p Herkenbosch),
krom blad:
krǫmǝ blāt (L383p Melick),
mes:
mɛs (L282p Achel, ...
L317p Bocholt,
L360p Bree,
L164p Gennep,
L165p Heijen,
K314p Kwaadmechelen,
L163a Milsbeek,
P213p Niel-Bij-Sint-Truiden,
L416p Opglabbeek,
L163p Ottersum,
Q093p Rosmeer,
L266p Sevenum,
Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
mɛts (L326p Grathem, ...
Q193p Gronsveld,
Q039p Hoensbroek,
L434p Limbricht,
L332p Maasniel,
Q204a Mechelen,
Q022p Munstergeleen,
Q198b Oost-Maarland,
Q099q Rothem,
Q117a Waubach),
mɛ̄s (P055p Kermt, ...
P177p Zepperen),
metalen deel:
mǝtālǝ dęi̯l (L422p Lanklaar),
rug:
røk (L423p Stokkem),
scherp:
sxērǝp (Q002p Hasselt),
sxɛrǝp (Q004p Gelieren Bret),
šɛrǝp (L360p Bree, ...
L423p Stokkem),
sikkel:
[sikkel] (L268p Velden),
sekǝl (L295p Baarlo, ...
L330p Herten,
L332p Maasniel),
sikkelblad:
[sikkel]blat (L426z Holtum),
snede:
snē (K318p Berverlo, ...
Q004p Gelieren Bret),
snēi̯ (P054p Spalbeek),
waat:
wāt (L322p Haelen),
zekel:
[zekel] (L317p Bocholt, ...
Q096p Bunde,
L429p Guttecoven,
L416p Opglabbeek,
Q032a Puth,
L420p Rotem,
L374p Thorn,
L318b Tungelroy,
Q101p Valkenburg,
L368b Waterloos),
zichel:
[zichel] (K358p Beringen, ...
Q156p Borgloon,
Q077p Hoeselt,
K278p Lommel,
Q162p Tongeren,
Q078p Wellen,
P044p Zelem),
zichelblad:
[zikkel]blāt (L289p Weert),
zicht:
zext (L332p Maasniel),
zikkel:
[zikkel] (Q156p Borgloon, ...
Q071p Diepenbeek,
Q002p Hasselt,
Q077p Hoeselt,
Q176a Ketsingen,
Q009p Maasmechelen,
P222p Opheers,
Q003a Oud-Waterschei,
L355p Peer,
Q096d Smeermaas,
Q209p Teuven,
Q094b Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler),
zikkelblad:
[zikkel]blāt (Q002b Kiewit, ...
Q009p Maasmechelen)
|
Halvemaanvormig ijzeren gedeelte; met de scherpe holle kant werd het gras gemaaid. Vaak is de naam van het werkend deel van een gereedschap dezelfde als die van het gereedschap als geheel; zie bij blad van de zeis, de knuppel van de dorsvlegel, enz. Voor de fonetische documentatie van het woord(deel) sikkel zie het lemma Sikkel. In de drie plaatsen waar het type sikkel hier is gedocumenteerd, is voor het gereedschap als geheel een ander lexeem, i.c. kromme, opgegeven. [N 18, 79b]
I-5
|