e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mestgang achter de beesten: axtǝr dǝ biǝstǝ (Meldert), achter de koeien: axtǝr dǝ kyi̯ (Neeritter), achtergang: axtǝrgaŋk (Berverlo), axtǝrgāŋk (Mechelen), baan: bãǝn (Zepperen), baantje: bǭnkǝ (Kermt), binnengang: benǝgaŋk (Hasselt), dam: dam (Bocholt, ... ), dienstgang: dins˲gáŋk (Vliermaal), dobbele mestgang: dǫbǝlǝ męst˲gaŋk (Grathem), doorgang: dő̜u̯rgãŋk (Sint-Truiden), doorloop: dōrlø̜i̯.p (Lanaken), dorpel: dø̜lǝpǝr (Lummen), gaanpad: gǫnpat (Meldert), gang: ga.ŋk (Bree), gaŋ (Lommel, ... ), gaŋ(k) (Velm), gaŋk (Beringen, ... ), gá.ŋk (Kermt, ... ), gāŋk (Mechelen, ... ), gang achter de koe(ien): gaŋ axtǝr dǝ ku (Milsbeek, ... ), gāŋk ātǝr dǝ kø̄ (Teuven), gangetje: gɛŋkskǝ (Riksingen), gɛŋkškǝ (Waubach), gangetjes: gɛŋskǝs (Bree, ... ), grote gang: grutǝ gaŋk (Borlo), koestalgang: kǫstalgaŋk (Diepenbeek), loopgang: lǫu̯p˲gaŋk (Klimmen), mestberm: męst˱bɛrǝm (Kermt), mestdam: męs˱dam (Stevensweert), mestgang: [mest]˲ga.ŋk (Bree, ... ), [mest]˲gaŋ (Blitterswijck, ... ), [mest]˲gaŋ(k) (Velm), [mest]˲gaŋk (Achel, ... ), [mest]˲gãŋk (Kwaadmechelen, ... ), [mest]˲gá.ŋk (Kermt, ... ), [mest]˲gáŋk (Beringen, ... ), [mest]˲gā.ŋk (Lanaken), [mest]˲gāŋ(k) (Neerpelt), [mest]˲gāŋk (Borgharen, ... ), [mest]˲gɛŋ(k) (Donk), mestgangen: [mest]˲gáŋǝ (Paal), [mest]˲gɛŋ (Bocholt, ... ), mestpad: [mest]pat (Beringen, ... ), [mest]pāt (Haelen, ... ), [mest]pǭt (Eigenbilzen), mestvloer: męs˲vlūr (Beverst), middelste pad: melǝrste pat (Paal), middengang: me ̞dǝgaŋk (Neerpelt), medǝgaŋk (Munstergeleen), mędǝgaŋk (Rotem), middenpad: medǝpat (Middelaar), middenweg: medǝwiǝx (Kiewit), paadje: pi̯ękǝ (Zolder), pad: pat (Beringen), pāt (Hout-Blerick), pad van de stal: pat ˲van dǝ stal (Paal), pavei: pavęi̯ (Opheers, ... ), pavɛi̯ (Teuven), pavei achter de koeien: pavɛi̯ ātǝr dǝ kø̄ (Teuven), plavei: plǝvɛi̯ (Ulestraten), schijtgang: šei̯t˲ga.ŋk (Bree), sprong: spruŋk (Halen), sprǫŋk (Halen), šprøŋk (Brunssum, ... ), stalgang: stalgaŋk (Bree, ... ), stālgaŋk (Zichen-Zussen-Bolder), stālgāŋk (Hechtel, ... ), stalpaadje: stalpi̯ękǝ (Zolder), zeikgang: zęi̯k˲gā.ŋk (Lanaken), zijgang: zei̯gaŋk (Eisden), zul: zø̜l (Lummen) De gang achter de koeien waarlangs de mest uit de mestgoot naar buiten wordt gevoerd en vanwaaruit nieuw strooisel onder de koeien wordt gebracht. Een dubbele stal waarin de beesten met de kop naar elkaar toe staan, kent twee mestgangen. Een dubbele stal waarin de koeien met hun staart naar elkaar toe staan, heeft maar één, voor beide koeienstanden gemeenschappelijke mestgang, die daarom meestal wat breder is. Als een opgave in een plaats van toepassing is zowel op mestgang in het algemeen als op gemeenschappelijke mestgang, is dat niet afzonderlijk vermeld. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (mest) het lemma "mest", "stalmest" in aflevering I.1, pag. 3. Zie ook afbeelding 10.A.c bij het lemma "koeienstand" (2.2.23). [N 5A, 40c en 47c; A 10, 14; monogr.; add. uit N 5A, 46b, 47d en 48c] I-6