id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
26212 | met driekwart van het zeil bij | driekwart zeil: drikwārt ˲zęjl (Einighausen), half: halǝf (Thorn), met half en de stormlap: me halǝf ęn dǝ stø̜rǝmlap (Meijel), op het tweede koordje: ǫp ǝt twidǝ kōrtšǝ (Kaulille), rond half: rǫnt˱ halǝf (Weert), slap half: slap halǝf (Leunen, ... ), vier half: vēr halǝf (Weert), vier lits: vier lits (Paal) | Gezegd van een molen wanneer hij draait met driekwart van het zeil bij. [N O, 7h] II-3 |