26213 |
met halve zeilen |
half:
halǝf (L321p Neeritter, ...
L318p Stramproy),
half ingekort:
half ingekort (Q112p Voerendaal),
half zeil:
half zeil (K357p Paal),
halǝf ˲zęjl (L289p Weert),
halǝf ˲zę̄(ǝ)l (P051p Lummen),
halǝvǝ zęjl (L319p Molenbeersel),
hawf ˲zę̄jl (L430p Einighausen),
halve zeilen:
halve zeilen (L432p Susteren),
halǝvǝ zęjlǝ (L164p Gennep),
mee een half zeil:
me ǝn halǝf ˲zęjl (L265p Meijel),
met halve zeilen:
męt halǝf ˲zęjlǝ (L330p Herten),
met vier halven:
męt ˲vēr halǝvǝ (L292a Maxet),
op half:
op half (L355p Peer),
op half koordje:
ǫp halǝf kø̄rtjǝ (L374p Thorn),
op het derde koordje:
ǫp ˲ǝt dērdǝ kōrtšǝ (L316p Kaulille),
rond half:
ronjtj halǝf (L320a Ell),
rōnt halǝf (L164p Gennep),
rǫnt halǝf (L211p Leunen, ...
L289p Weert),
twee half:
twee half (L320a Ell)
|
Gezegd van een molen wanneer hij draait met de zeilen voor de helft opgerold. Zie ook afb. 44B. [N O, 7i; A 42A, add.; A 42A, 74 add.; N O, 5i; N O, 5h; N O, 7h]
II-3
|