e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
molen draaischijf: drɛjšīf (Montfort), molen: m ̇ø̜lǝ (Simpelveld, ... ), m ̇ø̜̜lǝ (Kerkrade, ... ), m ̇ø̜̜ǝlǝ (Roclenge-Sur-Geer), mjø.lǝ (Membruggen, ... ), mjø̄.lǝ (Riemst, ... ), mjø̄lǝ (Alt-Hoeselt), mjø̜.lǝ (Martenslinde, ... ), my ̞ø̜.lǝn (Rotem), myjǝlǝ (Eys), mylǝn (Koningsbosch), myø.lǝ (Berg, ... ), myø̄.lǝ (Mal, ... ), myø̜̄lǝ (Maasbracht, ... ), myø̜.lǝ (Romershoven, ... ), myǝ.lǝ (Bocholtz, ... ), myǝlǝ (Weert), mȳ ̞ǝlǝ (Henis), mȳlǝ (Brunssum, ... ), mȳǝ.lǝ (Bocholt, ... ), mȳǝlǝ (Beek, ... ), møj.lǝ (Alken, ... ), møjlǝ (Brustem, ... ), mø̄ ̝ǝ.lǝ (Lanklaar, ... ), mø̄(ǝ)lǝ (Beesel, ... ), mø̄.lǝ (Achel, ... ), mø̄.lǝn (Achel, ... ), mø̄j.lǝ (Gelinden, ... ), mø̄jlǝ (Alken, ... ), mø̄ln (Diepenbeek, ... ), mø̄lǝ (Afferden, ... ), mø̄lǝn (Achel, ... ), mø̄ǝlǝ (Baelen, ... ), mø̜̄jlǝ (Kortessem), mø̜̄lǝ (Baexem, ... ), mø̜̄lǝn (Lommel), mø̜̄ǝlǝ (Gulpen), mø̜j.lǝ (Berlingen, ... ), mø̜j.lǝ(n) (Rukkelingen-Loon), mø̜jlǝ (Aalst, ... ), mø̜lǝ (Bocholtz, ... ), mø̜ǝlǝ (Baexem, ... ), mē ̝ǝ.lǝ (Berbroek), mē.lǝ (Godschei, ... ), mēlǝ(n) (Peer), mēǝlǝ (Alt-Hoeselt, ... ), mīǝ.lǝ (As, ... ), mīǝlǝ (Niel-bij-As), mīɛ.lǝ (Bilzen, ... ), mōln (Eksel, ... ), mő̜wlǝ (Sint-Truiden), mǭ.ǝlǝ (Rutten), molenring: mȳjǝlǝreŋ (Eygelshoven), mȳǝlǝreŋ (Klimmen), mø̄lǝreŋk (Echt, ... ), mø̜̄lǝreŋk (Mechelen), molenschijven: mø̄ǝlǝšīvǝ (Oirsbeek  [(één vaste en één draaibare)]  ) Algemene benaming voor zowel het werktuig waarmee men verschillende stoffen fijnmaakt, als voor het gebouw waarin het maalproces plaatsvindt. De specifieke benamingen voor het maalwerktuig zijn bijeengeplaatst in het lemma ɛmaalgangɛ. In dit lemma zijn de dialectvarianten van molen met umlautsvocaal niet van een apart woordtype voorzien. Zie hiervoor ook de ɛinleidingɛ op het WLD, pag. 35-38.' [N O, 32i; JG 1a; JG 1b; S 24; Wi 4; Wi 51, l 1a-m; l 30; l 31; A 42, 2; A 42A, 51; Vds 1; Jan 1; Coe 1; Grof 1; Sche 1; monogr.; div.; A 43, 5; ND, 3; ND add.; Vld] || Het uit twee ringen bestaande gedeelte van het voorstel van een molenwagen, dat er voor zorgt dat dit gedraaid kan worden. De onderste, aan het asblok bevestigde ring met opstaande randen draait rondom de buitenrand van de bovenste, aan de molenbalken bevestigde, vaste ring. Vgl. het lemma ɛmolenɛ in wld I.13, pag. 70. Molenbalk, molen en asblok zijn draaiend met elkaar verbonden door middel van een schroefbout. Die werd door de zegsman uit Q 111 molenpin (mȳǝlǝpen) genoemd.' [N G, 71e] II-12, II-3