26317 |
molenaartje |
aanstropper:
ānstrøpǝ (L316p Kaulille),
klosje:
kløskǝ (L292a Maxet),
klø̜skǝ (L321p Neeritter, ...
L318p Stramproy),
klotsje:
klo.tskǝ (L330p Herten),
kløtskǝ (L211p Leunen),
knevel:
knēvǝl (P051p Lummen),
kropklos:
krǫpklǫs (L289p Weert),
strop:
strø̜p (L374p Thorn),
strǫp (P051p Lummen, ...
K357p Paal),
touwklosje:
tǫwklø̜skǝ (L289p Weert)
|
IJzeren voorwerpje in de vorm van een S of van een cijfer 8 of houten blokje onderaan de binnen- of buitenreep waarmee een lus gemaakt wordt die rond de krop van de zak gelegd wordt. [N O, 25e]
II-3
|