| 30013 |
mortelmolen |
betonmachine:
betonmachine (Q020p Sittard),
betonmolen:
[betonmolen] (L282p Achel, ...
L297p Belfeld,
P176b Bevingen,
Q071p Diepenbeek,
Q203p Gulpen,
Q113p Heerlen,
Q121p Kerkrade,
Q111p Klimmen,
Q095p Maastricht,
Q198a Mesch,
L159a Middelaar,
L382p Montfort,
Q197p Noorbeek,
K357p Paal,
P176p Sint-Truiden,
L270p Tegelen,
Q197a Terlinden,
L318b Tungelroy,
L210p Venray,
L289p Weert),
bǝtǫnmyjǝlǝ (Q194p Rijckholt),
bǝtǫnmø̄jlǝ (Q078p Wellen),
bǝtǫnmø̄lǝ (P051p Lummen, ...
L373p Roosteren),
bǝtǫŋmøjlǝ (P120p Alken),
brayeur:
brajø̄r (Q180p Mal),
brijø̜̄r (P176p Sint-Truiden
[(zeer groot model)]
),
briø̄r (P176p Sint-Truiden),
brɛjø̄r (Q198p Eijsden),
bęjø̜̄r (P176p Sint-Truiden),
cementmolen:
sǝmɛntmø̄lǝ (P176p Sint-Truiden),
tsǝ`mɛntmø̜lǝ (Q121p Kerkrade),
kalkmolen:
kalǝkmyǝlǝ (Q113p Heerlen),
kalǝkmȳǝlǝ (Q202p Eys),
kalǝkmø̄lǝ (Q104a Limmel, ...
L265p Meijel,
L289p Weert),
kalǝkmø̜lǝ (Q121c Bleijerheide),
molen:
miǝlǝ (Q083p Bilzen),
mø̄lǝ (L321p Neeritter, ...
P117p Nieuwerkerken,
Q012p Rekem),
mø̜̄lǝ (Q207p Epen, ...
Q020p Sittard),
mø̜jlǝ (P176p Sint-Truiden),
mø̜lǝ (Q121p Kerkrade),
mēlǝ (P057p Kuringen),
mő̜wlǝ (P176p Sint-Truiden),
mortelmolen:
[mortel]miǝlǝ (L364p Meeuwen),
[mortel]mȳlǝ (L372p Maaseik),
[mortel]mø̄lň (K278p Lommel),
[mortel]mø̄lǝ (Q011p Boorsem, ...
L414p Houthalen,
L316p Kaulille,
L315p Kleine-Brogel,
K353p Tessenderlo,
Q001p Zonhoven),
[mortel]mø̄lǝn (K318p Berverlo),
[mortel]mø̜̄lǝ (L316p Kaulille, ...
K278p Lommel),
[mortel]mēlǝ (L372p Maaseik),
[mortel]mīlǝ (L360p Bree, ...
Q004p Gelieren Bret,
L364p Meeuwen,
L416p Opglabbeek),
[mortel]mīǝlǝ (Q003p Genk),
[mortel]mōlǝ (K359p Koersel),
mortiemolen:
mortīmēlǝ (Q072p Beverst),
mǫrtimiǝlǝ (Q083p Bilzen),
mǫrtimjø̜̄lǝ (Q077p Hoeselt),
mǫrtimyǝlǝ (Q198p Eijsden),
mǫrtīmę(j)lǝ (Q072p Beverst),
speciemolen:
spēsimø̄lǝ (L289b Leuken, ...
Q095p Maastricht,
L209p Merselo,
L289p Weert),
spēsimø̜̄lǝ (Q198a Mesch),
špēsimø̄lǝ (L330p Herten),
spijsmolen:
[spijs]myǝlǝ (Q113p Heerlen, ...
Q111p Klimmen),
[spijs]mȳlǝ (Q028p Jabeek, ...
Q117a Waubach),
[spijs]mȳǝlǝ (Q202p Eys),
[spijs]mø̄lǝ (Q019p Beek, ...
L269p Blerick
[(meer gebruikt door de stucadoors)]
,
L431p Dieteren,
L320a Ell,
L320c Haler,
L291p Helden,
Q187a Heugem,
L292p Heythuysen,
L382p Montfort,
Q022p Munstergeleen,
L427p Obbicht,
L163p Ottersum,
Q099q Rothem,
Q035a Rumpen,
Q098p Schimmert,
Q030p Schinveld,
Q020p Sittard,
Q015p Stein,
L432p Susteren,
L270p Tegelen,
Q097p Ulestraten,
L289p Weert),
[spijs]mø̜̄lǝ (L290p Panningen),
[spijs]mø̜lǝ (Q121p Kerkrade, ...
Q222p Vaals),
spijsmolentje:
šp ̇ęjsmyǝlǝkǝ (Q193p Gronsveld)
|
Toestel dat wordt gebruikt bij het aanmaken van mortel. De mortelmolen bestaat uit een peer- of cilindervormige mengtrommel die vroeger met handkracht werd rondgedraaid en tegenwoordig met behulp van een elektromotor of een verbrandingsmotor wordt aangedreven. In de trommel zijn schoepen aangebracht die tijdens het ronddraaien de mortel mengen. Zie voor de fonetische documentatie van de woorddelen '(mortel)-', '(spijs)-' etc. het lemma 'Mortel' en van '(betonmolen)' het lemma 'Betonmolen'. [N 30, 44; monogr.]
II-9
|