30145 |
muurvlechting |
boerestrik:
bōrǝstrek (L318b Tungelroy),
boerevlecht:
būrǝvlɛxt (L382p Montfort),
boerevlechting:
būrǝvlęxteŋ (L210p Venray),
būrǝvlɛxteŋ (P176p Sint-Truiden),
gevelrol in verband met strekkenuitvoering:
gēvǝlrǫl en vǝrbant męt štrekǝnūt˲vø̄reŋ (L270p Tegelen),
gevelverband:
gēvǝlvǝrbant (L360p Bree),
gevelvlechting:
gēvǝlvlęxteŋ (L292p Heythuysen),
hanekam:
hānǝkamp (Q113p Heerlen, ...
Q111p Klimmen),
murevlechting:
mūrǝvlɛxteŋ (Q039p Hoensbroek),
muurvlechting:
mōǝrflɛxteŋ (L316a Lozen),
topsverband:
teps˲vǝrbānt (L364p Meeuwen),
vlecht:
vlęx (L271p Venlo),
vlɛ̄xt (L265p Meijel),
vlechting:
vløxteŋ (Q097p Ulestraten),
vlę ̞xteŋ (L289b Leuken, ...
L289p Weert),
vlɛxteŋ (Q095p Maastricht, ...
L321p Neeritter),
vlechtverband:
vlɛx˲vǝrbant (Q113p Heerlen),
vlechtwerk:
vlē̜xtwęrǝk (L291p Helden, ...
L290p Panningen),
vlɛxtwęrǝk (L318b Tungelroy, ...
L289p Weert),
vlɛxtwɛrǝk (L320a Ell),
vlɛxtwɛ̄rk (L364p Meeuwen)
|
Wigvormig muurdeel waarvan de steenlagen loodrecht op de helling van de muurlijn staan. De lagen van de muurvlechting lopen alle tot een zelfde lintvoeg door. Kleine muurvlechtingen worden uitgevoerd in staand verband, grotere in kruisverband. Zie ook afb. 42. [N 31, 29]
II-9
|