30233 |
negblokken |
aanzet:
ānzat (Q097p Ulestraten),
aanzetstenen:
anzętstēǝn (L211p Leunen),
ānzatštęjn (Q100p Houthem, ...
Q101p Valkenburg),
ānzętstęjn (L321p Neeritter),
ānzętštęjn (Q098p Schimmert),
ānzɛtstęjn (Q013p Uikhoven),
hoekstenen:
hukstēǝn (K278p Lommel),
hukštęŋ (Q121c Bleijerheide),
hōkstęjn (L292p Heythuysen),
hōkštęjn (Q194p Rijckholt),
kantstenen:
kantštēn (Q039p Hoensbroek),
klossen:
klosǝ (L364p Meeuwen),
kussenstenen:
kø̜sǝstē̜n (L316a Lozen),
profielstenen:
profilštęjn (L382p Montfort),
sierblokken:
sīrblø̜k (L270p Tegelen),
sierstenen:
sērstęjn (L289p Weert),
sērštęjn (Q098p Schimmert, ...
L432p Susteren),
sīrstīǝn (P176p Sint-Truiden),
sierstukken:
sērstø̜kǝ (Q095a Oud-Caberg),
sluitstenen:
slȳtstęjn (L364p Meeuwen),
slǭwǝtstijǝn (K353p Tessenderlo),
šlȳtštęjn (Q099q Rothem),
šlūtšteŋ (Q113p Heerlen),
šlūǝtšteŋ (Q202p Eys),
steunblokken:
stø̄nblǫkǝ (L163p Ottersum)
|
Bergstenen blokken die in het metselwerk worden aangebracht ter verlevendiging van venster- en ingangsneggen. Zie ook afb. 52. Volgens de invuller uit Q 121c konden de negblokken uit mergel, kunststeen of hardsteen vervaardigd zijn. [N 32, 12a]
II-9
|