e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
netvloeistof aardappelswater: ērpǝlswātǝr (Jabeek), afsmeersel: āfsmē̜rsǝl (Hout-Blerick), bier: bier (Tungelroy), botermelk: botermelk (Bocholt), cichorei: cichorei (Maaseik), gesmolten boter: gǝsmoltǝn bǫwtǝr (Sint-Truiden), koffie: kafi (Hasselt, ... ), kafē (Mal), kafǝ (Zepperen), koffie (Cadier, ... ), lochte koffie: luxtǝ kofi (Lommel), meelpap: meelpap (Maaseik, ... ), mē̜lpap (Gulpen, ... ), melk: melk (Brunssum, ... ), mølǝk (Stokrooie), męlǝk (Munsterbilzen), mɛlk (Ottersum, ... ), mɛlǝk (Melveren, ... ), netsel: nętsǝl (Susteren), pap: pap (Amstenrade, ... ), smeersel: šmē̜rsǝl (Helden), stoom: stoom (Lommel), suikerei: sokǝrē̜j (Tungelroy), suikerwater: sokǝrwātǝr (Maastricht), suikerwater (Genk), sukǝrwātǝr (Brunssum), søʔ+F18832ǝrwowǝtǝr (Lommel), sūkǝrwātǝr (Hasselt), water: wasǝr (Kaalheide, ... ), water (Beek, ... ), wātǝr (Eys, ... ), wętǝr (Stokrooie), wǫtǝr (Bevingen, ... ), wǭtǝr (Beverst, ... ), wǭǝtǝr (Eijsden, ... ), waterpap: wǭǝtǝrpap (Gronsveld), wieks: weks (Noorbeek, ... ), wiks (Heugem, ... ), zalfsel: zalfsǝl (Koersel) Vloeistof die dient voor het bevochtigen van de bovenzijde van het deegbrood. In dit lemma zijn alleen de benamingen opgenomen die een vloeistof of vloeibare substantie aanduiden. Naast een vloeibaar middel gebruikt men ook wel eens een vast product blijkens de opgaven suiker (Q 121), ei (L 269, Q 117a), aardappelenmeel (K 278, L 383, Q 97), bloem (Q 95). Deze laatste benamingen zijn niet verder in dit lemma opgenomen. Daarnaast zijn er allerlei combinaties van een vloeistof met een andere vloeistof of een vast product mogelijk zoals: water waarin wat suiker of ge-klopt eiwit (L 427), meel en water (L 291, Q 35), aardappelmeel met water (L 292, 321, 330, Q 121e), koffie en melk (Q 12), geklopt ei met melk (L 432), witte bloem met water (L 377), eiwit en water (Q 18), zemelen en water (L 270). Deze combinaties zijn ook niet fonetisch gedocumenteerd. Uiteindelijk valt het lemma uiteen in twee groepen. De ene groep bevat algemene benamingen voor "netvloeistof", de tweede groep geeft de benamingen van een bepaald soort vloeistof of vloeibare substantie die als "netvloeistof" gebruikt wordt. [N 29, 40c; N 29, 40d; monogr.] II-1