e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nijptang draadtang: drǫattsaŋ (Bleijerheide), knijptang: knijptang (Dilsen), kniptaŋ (Gennep, ... ), kniptáŋ (Castenray, ... ), knęjptaŋ (Houthalen), knī.ptaŋ (Venlo), knīptaŋ (Geulle, ... ), knīptsaŋ (Bleijerheide, ... ), kniptang: kneptaŋ (Heel, ... ), leertang: lę̄rtaŋ (Sevenum), nagelentang: nīǝgǝltaŋ (Heel), nagelentrekker: nīǝgǝltrękǝr (Heel), nageltang: nāgǝltaŋ (Herten), nāgǝltsaŋ (Vaals), nageltrekker: nǭ.gǝltrękǝr (Zonhoven), nijptang: niptaŋ (Maasbree, ... ), niptāŋ (Meijel, ... ), nē̜ptaŋ (Loksbergen, ... ), nęjptaŋ (Dilsen, ... ), nī.ptaŋ (Altweert, ... ), nīptaŋ (Blitterswijck, ... ), oppintang: oppentaŋ (Eigenbilzen), pince: pē̜s (Tongeren  [(gewoonlijk kleiner dan tang)]  ), pɛ̃ns (Heers), pitstang: petstaŋ (Berverlo, ... ), petštaŋ (Bleijerheide, ... ), petštsaŋ (Bleijerheide, ... ), pitsta.ŋ (Tongeren), pitstaŋ (Veulen), pitštaŋ (Lanklaar), pętstaŋ (Kinrooi, ... ), pītštaŋ (Schinnen), pitstangetje: petštɛŋskǝ (Maasmechelen), rektang: rɛktaŋ (Maasbree), tang: ta ̝ŋ (Tongeren), taŋ (As, ... ), tangetje: tɛŋskǝ (Kortessem, ... ), trektang: trektang (Dilsen, ... ), trę.kta.ŋ (Tongeren), tręktaŋ (Beringen, ... ), tręktáŋ (Zonhoven), trɛktaŋ (As, ... ), trẽ̜ktaŋ (Neerpelt), vlechttang: vlɛxtaŋ (Posterholt, ... ), vlɛ̄xtaŋ (Ottersum) In dit lemma zijn de benamingen opgenomen voor tangen van diverse vorm en grootte die vooral dienen om spijkers uit trekken, maar vaak ook gebruikt worden om draadnagels of metaaldraad af te knippen. Zie ook afb. 144. Uit het Leuvens materiaal L B2, 228-229 blijkt, dat het woordtype trektang vooral de benaming is voor een vrij grote tang waarmee spijkers kunnen worden uitgetrokken. [N 33, 180; N 64, 47b; L B2, 228-229; monogr.; div.] || In het algemeen een tang die vooral dient om spijkers uit te trekken en metaaldraad, spijkers, dun plaatmateriaal, e.d. af te knippen. Zie ook afb. 95 en het lemma ɛnijptangɛ in wld II.11, pag. 92-93. Het woordtype vlechttang is de benaming voor een nijptang die wordt gebruikt bij het verwerken van betonijzer. Deze tang heeft kleinere bekken en langere armen dan de nijptang. Zie ook het lemma ɛbetonijzerɛ in Wld II.9, pag. 47.' [N 53, 142a-c; N 53, 143; monogr.] || In het algemeen het werktuig om te knijpen en te trekken. Zie afb. 9. [N 60, 184a; N 60, 236] II-10, II-11, II-12