| 29059 |
onderkraag |
onderkol:
onderkol (Q083p Bilzen, ...
Q003p Genk),
onǝrkǫl (K361p Zolder),
onderkraag:
onderkraag (Q165p Hopmaal, ...
L416p Opglabbeek),
ondǝrkrax (L265p Meijel),
ondǝrkrāx (Q253p Montzen, ...
P052p Schulen,
L271p Venlo),
ondǝrkrǭx (Q083p Bilzen, ...
Q088p Lanaken),
onǝrkrāx (L417p As, ...
L364p Meeuwen),
oŋǝrkrāx (Q121c Bleijerheide, ...
L428p Born,
Q027p Doenrade,
L381p Echt,
Q007p Eisden,
Q021p Geleen,
L330p Herten,
Q016p Lutterade,
L368p Neeroeteren,
L433p Nieuwstadt,
Q111q Ransdaal,
L299p Reuver,
Q032p Schinnen,
Q015p Stein,
L270p Tegelen,
Q112p Voerendaal),
uŋdǝrkrǭǝx (Q198p Eijsden),
ōndǝrkrāx (L246p Horst, ...
Q095p Maastricht,
Q099p Meerssen,
Q197p Noorbeek,
Q200p s-Gravenvoeren),
revers:
rǝvē̜r (Q071p Diepenbeek),
voet:
vū.t (K361p Zolder)
|
Het onderste gedeelte van de kraag dat niet in het zicht komt. Het materiaal voor de onderkraag is doorgaans dunne maar dichtgeweven stof. Traditioneel wordt hiervoor kleermakersvilt gebruikt (Het Beste Naaiboek, pag. 389). [N 59, 121b]
II-7
|