28387 |
onzuivere kool |
aangebakken kool:
ājǝbakǝ koǝl (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Domaniale]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
aangebrande kool:
ājǝbraŋkdǝ koǝl (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Julia]),
brandende steen:
brɛnjǝndǝ štęjn (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Domaniale]),
brandschiefer:
brantšīfǝr (Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Domaniale]),
brandstenen:
brɛnštęŋ (Q000 Zie mijnen
[(Domaniale)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
doorgroeide kool:
doǝrgrø̄jdǝ koal (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
[Domaniale]),
doorwassen kool:
dørxwāsǝ koǝl (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina]),
gedeks:
gǝdęks (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]),
lits:
letš (Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Domaniale]),
mixte:
mekst (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
onreine kool:
onreŋǝ koǝl (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
[Domaniale]),
onręjnǝ kōl (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Domaniale, Wilhelmina]),
onzuivere kool:
onzȳvǝrǝ koal (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Emma]),
onzȳvǝrǝ kǫǝl (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Maurits]),
onzȳvǝrǝ kǭl (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
schram:
šram (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Maurits]),
slechte kool:
šlę.xtǝ k˙ǫal (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Zwartberg, Waterschei]),
vuile:
vūlǝ (Q015p Stein
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
vuile kool:
vuǝlǝ koǝl (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Maurits]),
vuilig:
vulex (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Maurits])
|
Kool met steen gemengd. Het woordtype "brandstenen" werd volgens Lochtman (pag. 184) gebruikt voor een bepaald soort onzuivere steenkolen met een matte schijn. Zij branden wel, maar slecht. [N 95, 525; monogr.]
II-5
|