20439 |
opgebaard zijn |
boven aarde liggen:
baovenaert liGGe (Q020p Sittard),
boven èrde ligge (L320c Haler),
boven aarde staan:
bovven aerd staon (L245a Castenray, ...
L211p Leunen,
L209p Merselo,
L216p Oirlo,
L216a Oostrum,
L212a Smakt,
L210p Venray,
L244a Veulen (bij Venray)),
boven de aarde liggen:
boovendjêr ligge (K318p Beverlo),
op de walm liggen:
de doeije lie op de walm (P219p Jeuk),
obbe walm liege (Q074p Kortessem),
op den waam liggen (Q178p Val-Meer),
op het lijkstrooi liggen:
hij lit óp ’t liekstroj (L164p Gennep, ...
L165p Heijen,
L163a Milsbeek,
L163p Ottersum,
L163b Ven-Zelderheide),
op ’t lijkstrooi liggen (K358p Beringen),
op het schoof liggen:
oppet sjouf ligke (L381p Echt/Gebroek),
zie ook VC 3, 5 toel.
op het sjòwf liggen (L424p Meeswijk),
op schoof liggen:
op sjouf ligge (Q095p Maastricht),
op sjoüf ligke (Q193p Gronsveld),
over aarde liggen:
uüverêrd ligke (Q193p Gronsveld),
over = boven
uvereird liggen (L372p Maaseik)
|
bovenaarde staan (van dode) || dode die nog niet begraven is || een lijk reinigen en met het doodsgewaad bekleden, meestal tevens van het bed afnemen [afleggen, lijken, ontwaden] [N 87 (1981)] || het dode lichaam van een mens [lijk, dode, kadaver] [N 115 (2003)] || hij ligt opgebaard || nog niet begraven || op de waam liggen || op het lijkstrooi liggen || opgebaard ( - zijn) || opgebaard liggen || opgebaard zijn || opgebaard zijn van een lijk || sterven, doodgaan, hemelen gaan [sjterreve, hiemmelejoaë] [N 96D (1989)]
III-2-2
|