25424 |
ophijsen |
aan de pezen:
ǫn dǝ pɛ̄zǝ (Q175p Riemst),
aan de worm:
an dǝ wø̜̄rǝm (L265p Meijel),
aan de worm van het dak:
ān dǝ wørm van ǝt dāk (L316p Kaulille),
aan een balk:
aan een balk (L321p Neeritter, ...
L289p Weert),
aan een stalen kabel:
on ǝn stōlǝn kābǝl (P176p Sint-Truiden),
bet dikke koorden opwinden:
bę dekǝ kōdǝ opwyǝ (P211p Waasmont),
koord omsmijten:
kōrt ømsmęjtǝ (Q078p Wellen),
koorden draaien:
koorden draaien (P120p Alken),
met een rolkop omhoogtrekken:
mṭ ǝn rǫlkǫp ǝmhuxtrękǝ (Q096c Neerharen),
met stalen kabels ophangen:
met stalen kabels ophangen (P050p Herk-de-Stad),
om de kuiten:
om dǝ køjtǝ (L372p Maaseik),
omhoogdraaien:
ømhūǝx drɛjǝ (L290p Panningen),
opdraaien:
opdrɛ.n (L413p Helchteren),
opdrɛjǝ (L291p Helden, ...
L321p Neeritter),
ǫpdrɛjǝ (L372p Maaseik),
opdraaien aan katrol:
ǫpdrɛ̄jǝ ān katrǫl (L366p Gruitrode),
opdraaien met een lier:
opdrɛjǝ mɛtǝ līr (L269p Blerick, ...
L163p Ottersum),
oplichten:
(de koe wordt) opgǝlex (Q020p Sittard),
optakelen:
optākǝlǝ (L426p Buchten),
opwinden:
opwinden (Q033p Oirsbeek),
ǫpwɛŋǝ (P050p Herk-de-Stad),
vastdraaien met kluppels:
vastdręje met kløpǝls (L366p Gruitrode)
|
Nadat haken achter de blootgelegde pezen zijn gestoken of een balkje door de opening tussen de pezen en de poten is geschoven, worden aan de haken of aan het balkje touwen bevestigd. De touwen worden over een balk door twee ogen in het plafond of iets dergelijks aangetrokken, waardoor het rund uit de slachtbrug wordt getrokken, de poten gespreid. Volgens de respondent uit L 211 gaat het als volgt. De sterke kartouwen worden aan een balk vastgemaakt. Het ronde balkje wordt door de achterpoten gestoken en de lus een slag om het balkje gelegd. Door de lus stak men een z.g. karpaal. Met twee man tegelijk draaide men het balkje rond, waardoor het kartouw rond het balkje werd gewonden en de koe omhoog gehesen. Soms maakte men bij dit ophijsen gebruik van een katrol of lier. [N 28, 65; N 28, 66; monogr.]
II-1
|