e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
oprit berg: berreg (Weert), bē̜.rx (Venray), bergje: bergskn (Brunssum), berrəgskə (Maastricht), een bergje op: ə b‧ɛrəxškə o.p (Eys), heuveltje: hūūëvəlkə (Nieuwenhagen), knip: knip (Mheer), opgang: opgaink (Weert), oplopende weg: oplopende weg (Eys), oploupende waeg (Blerick), oprij: oprei (Kesseleik), preij (Meijel), oprijweg: opriewêg (Velden), oprit: ooprit (Meijel), op-rit (Herten (bij Roermond)), oprit (Blerick, ... ), ŏĕprit (Loksbergen), oͅpret (Houthalen, ... ), òprit (As, ... ), óprit (Swalmen, ... ), ôprit (Oirlo), opvaart: op-vaart (Sevenum), opvaart (Amby, ... ), ópváát (Epen), opweg: op-wēēg (Schimmert), opweêg (Hoensbroek), opwèèg (Merkelbeek), ópwèch (Heerlen), ramp: ramp (Bree, ... ), ramp-op: ramp-op (Eksel), vaart: vaart (Klimmen), ⁄n vaart (Klimmen) een hellend oplopende weg om op een dijk, een brug enz. te kunnen komen (april, opweg, opril, oprit, stoep, aprel) [N 90 (1982)] || Oprit naar de voormaler waartegen de geladen modderkarren met een lier werden opgetrokken. [monogr.] II-8, III-3-1