26659 |
opzakken |
afhangen:
āfhaŋǝ (L330p Herten),
afwegen:
afwegen (L164p Gennep),
afzakken:
afzakken (P051p Lummen),
in zakken doen:
en zɛk˱ dōn (Q099q Rothem),
opscheppen:
ǫpsxø̜pǝ (L289p Weert),
opzakken:
opzakken (K357p Paal, ...
Q112p Voerendaal),
up˲zakǝ (K353p Tessenderlo),
ǫpzakǝ (L316p Kaulille),
ǫp˲zakǝ (L430p Einighausen, ...
L211p Leunen,
L292a Maxet,
Q204a Mechelen,
L319p Molenbeersel,
L321p Neeritter,
Q020p Sittard,
L318p Stramproy,
L374p Thorn,
L289p Weert),
opzakken en afwegen:
ǫp˲zakǝ ęn afwę̄gǝ (L265p Meijel),
zakken vullen:
zakǝ vølǝ (P051p Lummen)
|
Meel in zakken doen en de gevulde zakken op het juiste gewicht brengen. [N O, 38l]
II-3
|