32274 |
opzetband |
aanslagbindel:
ānslāx˱benjǝl (Q007p Eisden, ...
Q009p Maasmechelen),
hulpband:
hølp˱bant (Q095p Maastricht),
noodband:
nut˱bant (Q095p Maastricht),
opzetband:
up˲zęt˱bant (Q002p Hasselt),
ǫp˲zęt˱ba.ŋkt (L290p Panningen),
ǫp˲zęt˱banjt (L328p Heel),
ǫp˲zęt˱bant (Q111p Klimmen, ...
Q095p Maastricht),
ǫp˲zęt˱baŋk (L269p Blerick, ...
L267p Maasbree,
L270p Tegelen),
opzetter:
opzetter (Q074p Kortessem),
ǫp˲zetǝr (L329p Roermond),
ǫp˲zętǝr (Q002p Hasselt),
zetband:
zęt˱baŋk (L270p Tegelen),
zęt˱bānt (L164p Gennep)
|
De metalen band waarin de duigen rechtop worden vastgezet in de vorm van het vat. De opzetband is meestal een kopband, dus een band die de bovenzijde van de duigen omsluit. De opzetband is een voorlopige band die uiteindelijk door de definitieve band wordt vervangen. Zie ook het lemma ɛsluitbandenɛ.' [N E, 23-24]
II-12
|