e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
overmouwen aflegmouwen: ā.f˱lęxmǫu̯ǝn (Achel), armen: ɛrm (Posterholt), armmouwen: ęrmāǝ (Melveren), armstrompen: ɛrmstrømpǝ (Haelen), armstuiken: ɛrmštūk (Montfort), beschermers: bǝšęrmǝrs (Gruitrode), bindmouwen: be.njmāǝ (Rijkhoven), be.njmǫu̯ǝ (Koninksem), be.nmǫu̯ǝ (Bilzen, ... ), be.nmǭ (Piringen, ... ), be.nmǭn (Romershoven), be.nmǭu̯ǝ (Hoeselt, ... ), be.nmǭǝ (Henis, ... ), be.ntmǫu̯ǝ (Lanaken), be.ŋmǭǝ (Vliermaalroot), bendjmuu̯ǝ (Grathem, ... ), benjtšmuu̯ǝ (Kessenich), benmǫu̯ǝ (Herderen, ... ), beŋmuu̯ǝ (Baarlo, ... ), beŋmōǝ (Heerlen), beŋmǫu̯ǝ (Helden, ... ), beŋmǭǝ (Tegelen), bi.njmǫu̯ǝ (Berg), bē.nmǫu̯ǝ (Diets-Heur, ... ), bē̜.ŋmǫu̯ǝ (Broekom, ... ), bē̜ŋmǭǝ (Kozen), bę.nmūǝ (As, ... ), bę.nmǭ (Vliermaal), bę.ŋmuu̯ǝ (Geulle, ... ), bę.ŋmø̜̄i̯ (Gelinden), bę.ŋmē̜ (Nieuwerkerken, ... ), bę.ŋmōǝ (Boekhout, ... ), bę.ŋműu̯ǝ (Opgrimbie, ... ), bę.ŋmǫu̯i̯ǝ (Zepperen), bę.ŋmǫu̯ǝ (Berlingen, ... ), bęi̯.njmǫu̯ǝ (Sint-Lambrechts-Herk), bęi̯.nmǫu̯ǝ (Bommershoven, ... ), bęi̯.nmǭǝ (Diepenbeek, ... ), bęi̯.ŋmǭi̯ǝ (Alken), bęi̯njmuu̯ǝ (Berg), bęi̯njmǫu̯ǝ (Leut, ... ), bęi̯njtmǫu̯ǝ (Maasmechelen, ... ), bęi̯ŋmǫu̯ǝ (Opheers), bęnjmuu̯ǝ (Dilsen, ... ), bęnjmǫu̯ǝ (Lanklaar), bęnjmǭǝ (Hasselt), bęnjtmuu̯ǝ (Rotem), bęnjtmūǝ (Kinrooi, ... ), bęnmǫu̯ǝ (Beverst, ... ), bęŋkmǫu̯ǝ (Voort), bęŋmā (Melveren), bęŋmān (Bevingen), bęŋmāǝ (Gingelom), bęŋmǭǝ (Aalst, ... ), bīndmǫu̯ǝ (Leunen, ... ), bindmouwtjes: bęnmø̜̄kǝs (Hasselt), bindstuiken: bęi̯nštȳkǝ (Berg), bīŋštȳk (Waubach), brasmouwen: brasmǫu̯ǝ (Boshoven), halfmouwen: alǝfmǭǝ (Godschei, ... ), halǝfmāǝ (Wilderen), halǝfmǫu̯ǝ (Loksbergen), hau̯fmuu̯ǝ (Bree), huistermouwen: hū.stǝrmǫu̯ǝ (Kanne), kasmouwen: kasmuu̯ǝ (Klimmen, ... ), kasmǫu̯ǝ (Bocholtz, ... ), korte mouwen: kortǝ műu̯ǝ (Meeuwen), kousen: kǫu̯sǝ (Kerkhoven), manchetten: manchetten (Nederweert), moffen: mufǝ (Herten, ... ), mǫfǝ (Boorsem, ... ), mǫfǝls (Peer), morsmouwen: mǫrsmuu̯ǝ (Neer), mǫrsmǫu̯ǝ (Venlo), mouwen: mou̯ǝ (Maaseik, ... ), muu̯ǝ (Baexem, ... ), mē̜ǝvǝ (Kwaadmechelen), mōi̯ǝ (Schulen), mő̜̄u̯ǝ (Donk), műu̯ǝ (Beek, ... ), mǫi̯ǝ (Oostham), mǫu̯i̯ǝ (Peer, ... ), mǫu̯ǝ (Berbroek, ... ), mǭi̯ǝ (Stevoort), mǭǝ (Halen, ... ), mouwtjes: mukes (Ell), mōkǝs (Beringen), mǫu̯kǝs (Ospel), mǭ.kǝs (Diepenbeek), oogstmouwen: ǭxstmǫu̯ǝn (Nederweert), overmouwen: ø̄vǝrmǫu̯ǝ(n) (Velden), ø̜i̯vǝrmān (Sint-Truiden), ōvǝrmǫu̯ǝ(n) (Achel, ... ), ūǝvǝrmǫu̯ (Genk), schachten: sxaxtǝ (Tessenderlo), steekmouwen: stēkmǫu̯ǝ (Stokkem), strompen: stre.mpǝ (Bree, ... ), stro.mpǝ (Godschei, ... ), strompǝ (Berverlo, ... ), strumpǝ (Donk, ... ), strumʔn (Kwaadmechelen), strø.mpǝ (Dilsen, ... ), štrømp (Maasniel), stroopmouwen: strȳǝpmǫu̯ǝ (America, ... ), strø̄pmǫu̯ǝ (Gennep), stuiken: štȳk (Bleijerheide, ... ) De aflegger, en ook de binder (zie paragraaf 4.6), beschermde zijn armen tegen de stekende en snijdende halmen door er overmouwen overheen te schuiven. Vaak zijn het een paar oude kousen waarvan de teenstukken zijn afgeknipt; vandaar het type strompen: (afgesneden) kousen. [N 15, 54; JG 1a, 1b; monogr.] I-4