30122 |
overwelven |
(een) tunnel maken:
tønǝl mākǝ (L289p Weert),
(een) volle center zetten:
vǫlǝ sentǝr zętǝ (Q099q Rothem),
bogen:
bōgǝ (L320a Ell),
dalles leggen:
dals lɛgǝ (Q003p Genk),
een gewelf maken:
gǝwø̜lf mākǝ (L330p Herten, ...
L321p Neeritter),
gǝwęlf mākǝ (L289p Weert),
ęj gǝwø̜lf mākǝ (L289b Leuken, ...
L289p Weert),
een gewelf metselen:
ęj gǝwø̜lǝf mɛtsǝlǝ (L270p Tegelen),
een gewelf metsen:
gǝwø̜lǝf mętsǝ (L289p Weert),
heel overwelven:
īǝl ø̜jvǝrwɛlǝvǝ (P176p Sint-Truiden),
overdekken:
i.jvǝrdɛkǝ (L364p Meeuwen),
overwelfselen:
ōvǝrwø̜lǝfsǝlǝ (L290p Panningen),
ōvǝrwø̜rfsǝlǝ (L291p Helden, ...
L290p Panningen),
overwelven:
øvǝrwølvǝ (Q284p Eupen),
øvǝrwølǝvǝ (Q207p Epen, ...
Q202p Eys),
ø̄vǝrwɛlvǝ (Q113p Heerlen),
schulpen:
šølpǝ (Q101p Valkenburg),
šø̜lǝpǝ (Q111p Klimmen),
toogwerk:
tōxwęrǝk (L318b Tungelroy),
verwelven:
vǝrwølǝvǝ (L245a Castenray, ...
L211p Leunen,
L209p Merselo,
L216p Oirlo,
L216a Oostrum,
L212a Smakt,
L210p Venray,
L244a Veulen),
welfwerk:
wølǝfwęrǝk (Q097p Ulestraten),
welven:
wølvǝ (L382p Montfort),
wø̜lǝvǝ (Q111p Klimmen),
węlǝvǝ (Q003p Genk, ...
L265p Meijel,
Q098p Schimmert)
|
Een ruimte overwelven met behulp van één gewelf. 'Dalles' in het woordtype 'dalles leggen' (Q 3) is de benaming voor een soort holle bakstenen die voor vloeren worden gebruikt. De stenen worden op de bouwplaats tot vloerelementen verwerkt en na verharding op de bouwmuren gelegd. Zij geven een vlakke overdekking. Zie ook het lemma 'Holle steen' in wld ii.8, pag. 71. [N 32, 22a; monogr.]
II-9
|