id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
31844 | overzijschaaf | kantschaaf: kantjšāf (Reuver), kantsxāf (Venlo), overzijschaaf: ōvǝrzē̜jsxǭf (Leopoldsburg), rabatschaaf: [rabatschaaf] (Bilzen, ... ) | Sponningschaaf zonder geleider(s), waarvan de zool en de beitelsnede aan één of aan beide kanten breder zijn dan het schaafblok. De overzijschaaf wordt gebruikt om reeds geschaafde sponningen te verbreden of op te zuiveren. Zie ook afb. 40. [N 53, 67] II-12 |