e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
parochie parochie: `n parochie (Klimmen), de paroche (Eigenbilzen), de prosje (Tongeren), een paroche (Sint-Truiden), ein parochie (Neerharen), ein perochie (Klimmen, ... ), en parochie (Muizen), en páròche (Tongeren), ing parochie (Waubach), ing pərŏchie (Nieuwenhagen), n parochie (Gulpen, ... ), paroche (Geleen, ... ), parochi (Jeuk), parochie (Achel, ... ), parochiej (Ell), peroche (Hoensbroek, ... ), perochie (Bocholt, ... ), perochiej (Geistingen), peroggie (Haler), proche (Eigenbilzen), prochie (Eksel), përochë (Hoeselt), pörochie (Posterholt), pərochə (Loksbergen), pəroͅxi (Meijel), pəroͅxij (Lommel), ` `n kerkelijke gemeente met een pastoor`  `n paroche (Tongeren), z. toel. (Beverst), `1) dorp 2) kerkel. gemeente`  `n parochie (Achel), `alleen kerkelijke gemeente`  ən perochə (Opgrimbie), ən pərochəj (Opgrimbie), `beiden worden gebruikt`  z. toel. (Opoeteren), `beteekenis van parochie`  z. toel. (Neeroeteren), `beteekent de kerkelijke gemeente`  əen parochie (Kerniel), `beteekent hier de kerkelijke gemeente`  parochie (Zichen-Zussen-Bolder), `bij ons de beteekenis van dorp: vooral: gehucht`  z. toel. (Genk), `de parochie neeroeteren, zegt men voor het heele dorp`  ein parochie (Neeroeteren), `deurp`  z. toel. (Kaulille), `dorp`  `n paroche (Ulbeek), `n parochij (Lommel), ein parochie (Bree), en parochie (Neeroeteren), eèn parochie (Genk), in paroche (Herk-de-Stad), parochie (Genk, ... ), perochie (Kerkhoven), prochi (Dilsen), pərochi (Overpelt), z. toel. (As, ... ), ən pərochi (Neerpelt), ən pərochən (Diepenbeek), `gemeente - dorp`  `n parochie (Kaulille), `gemeente met een pastoor`  `n parochie (Lanklaar), z. toel. (Hechtel), `gemeente met pastoor`  `n parochie (Achel), een parochiej (Koersel), een paroekie (Hoepertingen), `gew. dorp`  ən pərochə (Gutshoven), `gewone beteekenis`  parochij (Dilsen), `groep huizen met pastoor: kerkelijke gemeente`  `n parochie (Peer), `hier beteekent het kerkelijke gemeente met een pastoor`  en parachie (Mechelen-aan-de-Maas), `huizen rond een kerk`  pārochi (Bree), `kerk met pastoor`  z. toel. (Bree), `kerk. gem. + pastoor`  ən paroche (Sint-Truiden), `kerk. gem. met pastoor`  parochī (Mettekoven), `kerk. gemeente met pastoor`  pərochi (Lanaken), `kerkel. gem. met een p.`  ən pərochi (Neerpelt), `kerkel. gemeenschap met een past.`  ən parochi (Neerpelt), `kerkel. gemeente met een pastoor  een parochie (Nieuwerkerken), `kerkel. gemeente met een pastoor`  z. toel. (Kuringen), `kerkel. gemeente`  `n parochie (Wintershoven), paroche (Kuringen), `kerkelijke beteekenis`  z. toel. (Overpelt), `kerkelijke gem. m. past.`  ein parochī (Neerglabbeek), `kerkelijke gemeent met een pastoor`  z. toel. (Koersel), `kerkelijke gemeente + pastoor`  ən parochi (Tessenderlo), `kerkelijke gemeente met `n pastoor`  z. toel. (Sint-Lambrechts-Herk), ən parochi (Zonhoven), `kerkelijke gemeente met een pastoor`  `n parochie (Lommel), ein parochie (Bree), ein paroekie (Bocholt), parochie (Vucht), z. toel. (Bilzen, ... ), ən parochie (Hamont), ən parochə (Herk-de-Stad, ... ), ən pərəchi (Vroenhoven), `kerkelijke gemeente met pastoor, waar er 2 parochies in het dorp zijn`  parochie (Lanaken), `kerkelijke gemeente met pastoor; `ik zal het in m`n parochie slagen`, bet.: ik zal het opeten met haast.`  z. toel. (Hoepertingen), `kerkelijke gemeente met pastoor`  `n paroche (Ulbeek), `n parochie (Kaulille), een parochie (Paal), en peroche (Hasselt), ēn parochie (Wellen), z. toel. (Bree, ... ), `kerkelijke gemeente`  `n parochie (Eisden, ... ), de perəche (Sint-Truiden), parochie (Genk, ... ), perochie (Beringen), pərochi (Borgloon), pərochə (Alken, ... ), z. toel. (Genk, ... ), ən parochie (Tessenderlo), ən parochī (Opglabbeek), ən pəroche (Zolder), `kerkgemeente`  ein parochie (Opitter), parochie (Zolder), `stadsdeel-wijk`  paroche (Hasselt), `van `parochie` spreekt men in betrekking tot de geestelijkheid, anders: gemeente`  parochie (Stokkem), `voor kerkelijke aangelegenheden`  paroche (Millen), `waar zich een kerk bevindt`  ene paroche (Hoeselt), `wordt slechts gebruikt in den zin van kerkelijke gemeent met een pastoor`  parochie (Diepenbeek), `zelden gebruikt`  perrochie (Koersel), dorp  parochie (Maaseik), pfarre (du.): ing faar (Nieuwenhagen), pfaar (Waubach), ən fār (Montzen) Een parochie. [N 96D (1989)] || Een parochie; dit woord kan betekenen zoals in het Nederl. "kerkelijke gemeente met een pastoor"ofwel eenvoudig "dorp"; welke betekenis heeft het bij u? [ZND 40 (1942)] III-3-3