32456 |
peg |
klompenpeg:
klompǝpęq (L290p Panningen),
klompenpin:
klo.mpǝpen (L288p Nederweert, ...
L288a Ospel),
klompǝpen (L290p Panningen),
klōmpǝpe.n (L289h Boshoven, ...
L289a Hushoven,
L289b Leuken,
L289p Weert),
klōmpǝpen (L164p Gennep, ...
L165p Heijen,
L163a Milsbeek,
L163p Ottersum,
L163b Ven-Zelderheide),
peg:
pęj (Q198a Mesch),
pęk (Q099p Meerssen),
pęx (Q028p Jabeek, ...
L266p Sevenum),
spietje:
spikǝ (K318p Berverlo),
zuil:
zyl (L321p Neeritter)
|
Houten pennetje waarmee het zoolbeslag onder het loopvlak van de klomp wordt vastgezet. In Weert (L 289) en omgeving werd voor het maken van de peggen hout gebruikt dat hondshout (hoŋshǫwt) of hondkersenhout (hoŋkø̜rsǝhǫwt) werd genoemd. In Gennep (L 164) en omgeving was het onder de benaming klompenpinnenhout (klōmpǝpenǝhōlt) bekend. [N 24, 71, add.; monogr.]
II-12
|