25645 |
peperkoekdeeg |
koekdeeg:
kōkdēx (Q035p Brunssum),
kōkdęjx (Q095p Maastricht),
koekendeeg:
kōkǝndęjx (L291p Helden, ...
L271p Venlo),
peperkoekdeeg:
pepǝrkukdīx (P176a Melveren),
pēpǝrkōkdęjx (Q095p Maastricht),
pēǝpǝrkokdēx (L414p Houthalen),
pē̜pǝrkōkdēx (Q113p Heerlen),
pē̜pǝrkōkdē̜x (Q198b Oost-Maarland),
pē̜pǝrkōkdęjx (L269a Hout-Blerick, ...
Q012p Rekem),
pęp ǝrkūkdęx (L265p Meijel),
pępǝrkukdēx (Q082p Munsterbilzen),
pępǝrkōkdē̜x (Q197p Noorbeek),
peperkoekedeeg:
pēpǝrkōkǝdęjx (Q099q Rothem),
pē̜pǝrkōkǝdęjx (L321p Neeritter),
pē̜pǝrkōkǝndęx (L270p Tegelen),
pē̜pǝrkōkǝndɛjǝx (L290p Panningen),
peperkoeksdeeg:
pēpǝrkōksdējx (Q021p Geleen),
pē̜pǝrkōksdęx (Q203p Gulpen),
prentedeeg:
prentǝdēx (Q121c Bleijerheide)
|
Volgens de informant van L 321 laat men een mengsel van roggebloem, honing, druivesuiker, water, oude koek een dag liggen. Vervolgens worden er ammonium en koolzuur bijgevoegd en wordt het gehele mengsel goed bewerkt. Dit laat men enige weken rusten waarna men begint met het opbraken van het peperkoekdeeg, telkens weer. Als het deeg plat is, wordt het opgerold en opnieuw gebraakt, totdat het taai is. Dezelfde vormen als voor taai-taai worden hiervoor gebruikt. [N 29, 88; N 29, 88a]
II-1
|