28915 |
perskussen |
boon:
bun (Q095p Maastricht),
bügelkussen:
byjǝlkøsǝ (Q121c Bleijerheide),
ei:
ęj (Q095p Maastricht),
kantkussen:
kantkɛsǝ (L364p Meeuwen),
kussen:
kø̄sǝn (K361p Zolder),
perskussen:
pa ̞rskøsǝ (L246p Horst),
perskussen (L414p Houthalen),
porskø̜sǝ (L368p Neeroeteren),
porskɛsǝ (L364p Meeuwen),
pāskø̜jsǝ (Q071p Diepenbeek),
pērškø̜sǝ (Q099p Meerssen),
pē̜jškøsǝ (L433p Nieuwstadt),
pē̜skøsǝ (Q015p Stein),
pē̜škøsǝ (Q027p Doenrade, ...
Q016p Lutterade),
pē̜škø̜sǝ (Q111q Ransdaal, ...
Q020p Sittard),
pē̜ǝskøsǝ (Q198p Eijsden),
pęrskøsǝn (Q003p Genk),
pęrskø̜sǝ (L428p Born, ...
L381p Echt,
L330p Herten,
L271p Venlo),
pǫrskø̜sǝ (K361p Zolder),
pɛrskøsǝ (L265p Meijel, ...
L270p Tegelen),
pɛrskø̜sǝ (L299p Reuver),
pɛ̄škøsǝ (Q112p Voerendaal),
strijkkussen:
stri-jkkęsǝ (L417p As),
striǝkkø̜sǝ (Q007p Eisden),
strē̜kkęsǝ (P052p Schulen),
stręjkkęsǝ (Q083p Bilzen),
strīkkøsǝ (Q088p Lanaken, ...
Q200p s-Gravenvoeren),
štrikkø̜sǝ (Q197p Noorbeek),
štrīkkø̄sǝ (Q253p Montzen),
strijkkussentje:
stręjkkęskǝ (Q083p Bilzen),
varken:
vɛrǝkǝ (K361p Zolder)
|
Het perskussen is gemaakt van geperst stro in een strak gespannen linnen omhulsel (Papenhuyzen III, pag. 8). Volgens Gerritse (pag. 36) moet het perskussen niet te stijf en niet te slap gevuld worden met fijngesneden wollen snippers in een linnen omhulsel. Het kussen moet enigszins veerkrachtig zijn. Het pers- of glanskussen is ovaalvormig van model. Men onderscheidt een groot en een klein kussen. Het wordt gebruikt voor het afglanzen van grote en kleine glansvlekken en het uitstrijken van de voering. Volgens de informant van L 271 is het kussen boon- of eivormig. De informanten van L 265 en Q 197 strijken ook kragen op het perskussen. Zie voor diverse soorten perskussens afb. 19. [N 59, 26a; N 59, 19a; N 59, 19b; N 59, 19e; monogr.]
II-7
|