28676 |
perszak |
honingzak:
hu.neŋzak (L289p Weert),
huneŋzak (L215a Wellerlooi),
jute zak:
jute zak (L384p Herkenbosch),
kaasdoek:
kaasdoek (Q009p Maasmechelen),
kiǝsduk (L210p Venray),
lekzak:
lɛkzak (L215a Wellerlooi),
perszak:
paszak (P120p Alken),
perszak (L329p Roermond),
pešzak (L421p Dilsen),
porszak (Q003p Genk, ...
L416p Opglabbeek),
pā.ǝszak (Q071p Diepenbeek),
pērszak (L372p Maaseik),
pēszak (L371a Geistingen),
pęjszak (Q015p Stein),
pę̄szak (L381b Peij),
pę̄šzak (Q019p Beek),
pɛrszak (L333p Asenray / Maalbroek, ...
Q002p Hasselt,
L330p Herten,
L246p Horst),
rapzak:
rapzak (L333p Asenray / Maalbroek),
zak:
zak (P120p Alken, ...
Q003p Genk,
L414p Houthalen,
P107a Rummen,
P176p Sint-Truiden),
zijdoek:
zējdōk (Q253p Montzen)
|
Poreuze zak van onder meer kaasdoek gemaakt, waarin de ruwe honing wordt verzameld. Men legt deze zak in de honingpers. Onder de druk van de pers komt de honing naar buiten. Wat er uiteindelijk in de perszak overblijft, heeft slechts nog waarde als bemesting. [N 63, 122b; N 63, 122c; monogr.]
II-6
|