22365 |
pinkelen |
britsen:
brissen (P218p Borlo),
kallen:
tot 1914 onbekend. Belgiche vluchtelingen uit Dendermonde brachten het spel en de naam mee.
kalle (L245b Tienray),
kippen:
kipə (L164p Gennep),
kis-kas-lorias:
kis-kas-lorias (K316p Heppen),
kiskassen:
keskasə (K318p Beverlo),
kiskassen (K317p Leopoldsburg, ...
K278p Lommel,
P045p Meldert),
kiskasə (K317p Leopoldsburg),
kist`m, kast`m, loreast`m:
065b: geen speciale naam
kist`m, kast`m, loreast`m (K318p Beverlo),
klimhouwen:
Uitvoerige beschrijving in De Maasgouw IV, pag. 622.
klemoͅuwə (L424p Meeswijk),
klimmen:
klemə (Q010p Opgrimbie),
klimme (Q007p Eisden, ...
L422p Lanklaar),
kli̯mə (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
hier niet gekend
klimmen (Q086p Eigenbilzen),
NB klim: het puntig stokje.
klimme (Q011p Boorsem),
vgl. pag. 127: *pinkelen, zie klimmen.
klimmen (Q013p Uikhoven),
klinken:
klenkə (K318p Beverlo),
klinken (K315p Oostham),
klompje slagen:
065b: er bestaan geen termen voor dit spel
klumke slagen (K278p Lommel),
kneien:
knaeje (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo),
knɛ̄jə (L271p Venlo),
Dit spelletje noemt men in het Nederlands: pinkeren.
knaeje (L270p Tegelen),
n Stokje ter lengte van 20 à 25 cm werd aan beide zijden spits gemaakt; door met n andere stok op een der toegespitste einden te slaan vloog het knaejklöppelke in de lucht. Vero.
knaeje (L270p Tegelen),
op pinnetje doen:
de e wordt als ee uitgesproken
op penneke doen (P219p Jeuk),
pijlslaan:
pielsjlaon (L386p Vlodrop),
pinkelen:
pe[n}kele (K361p Zolder),
peŋkələ (Q113p Heerlen),
peͅŋkələ (Q001p Zonhoven),
piengkele (Q002p Hasselt, ...
Q002p Hasselt),
pienkele (Q078p Wellen, ...
Q078p Wellen),
pink-kelen (Q002p Hasselt),
pinkele (L269p Blerick, ...
Q002p Hasselt,
Q002p Hasselt,
Q196p Mheer,
P192p Voort),
pinkelen (L428p Born, ...
Q071p Diepenbeek,
Q156a Groot-Loon,
Q095p Maastricht,
P114p Runkelen,
Q001p Zonhoven),
pinkelə (P197p Heers),
pinkələ (Q002p Hasselt, ...
P197p Heers,
P050p Herk-de-Stad,
P176p Sint-Truiden),
piŋkələ (Q156p Borgloon),
piŋkələn (Q071p Diepenbeek),
n "Pinkel"was een aan twee kanten taps toelopend stuk hout. Dit werd in een cirkel gelegd en er werd met een stuk hout op geslagen en vervolgens in de vlucht zover mogelijk weggeslagen. De tegenpartij moest trachten de "pînkel"te vangen en was dan aan slag.
pînkele (L289p Weert),
Niet meer gespeeld.
peŋkələ (Q001p Zonhoven),
Sub keingerspeile.
pienkele (P176p Sint-Truiden),
vgl. pag. 316: Pinkeren.
pingkele (Q020p Sittard),
vgl. ZND m (GrGr): pe]k\\l pinker (springstokje).
peŋkələ (Q002p Hasselt),
Vroeger - bestaat niet meer!
pinkelen (Q071p Diepenbeek),
Zie: kénjersjpeelkes.
pingkele (Q020p Sittard),
± Vero.
pienkele (Q002p Hasselt),
pinkeren:
peŋkərə (Q117p Nieuwenhagen),
pinkeren (Q095p Maastricht),
Zie voor een uitvoerige beschrijving van pinkere in Maasgouw, Jg. 4, blz. 622.
pinkere (Q095p Maastricht),
pinkerslaan:
peŋkər sjlōͅə (Q117p Nieuwenhagen),
pinkslaan:
Pinksjlaon waar e jóngessjpeelke, maedjes deje t neet.
pinksjlaon (L329p Roermond),
slagen:
slagen (Q015p Stein),
stekje houwen:
sjtekske houwe (Q201p Wijlre),
stekje slaan:
sjtekske sjlaon (Q020p Sittard),
wikspel (zn.):
het wikspel (P181p Muizen),
wipslaan:
wiepsloͅən (L314p Overpelt),
zeugdrijven:
zoogdrijven (L420p Rotem),
zeughouwen:
zoog huun (L352p Hechtel),
zooghuun (L352p Hechtel),
zeugjagen:
zoagjaage (L423p Stokkem)
|
1. Straatspel voor jongens. || 2. Jongensspel met slaghout en aangepunt stokje (de knaej). || [Jongensspel - stokspel]: Spel waarbij men met n stok op een klein puntig stokje slaat. || [Pinkeren]. || Een stokje op een steen met een ander stokje zo ver mogelijk slaan. || Het spel waarbij een stokje dat aan beide kanten aangepunt is, met een langere stok omhoog- en weggeslagen wordt [kiskassen, kallen, pinkelen, pinkeren, giezen, klink spelen, -doen, -slagen, hillen, lillen, kisslagen, kissen]. [N 88 (1982)] || Hoe heet het kinderspel, waarbij een stokje, aan beide einden gescherpt, met een andere langere stok eerst omhoog en dan weggeslagen wordt? [ZND 34 (1940)] || Jongensspel, waarbij een aan beide uiteinden puntig blokje hout, de klim, met een stok zo ver mogelijk wordt weggeslagen, pinkelen, pinkeren. || Kinderspel: met een stok op een kort stokje langs beide zijden gescherpt, slaan om het zoo ver mogelijk te doen vliegen. [ZND m] || Klimhouwen: (Kinderspel) met een stok slaat men op het spitse uiteinde van de "klim", zodat deze laatste de lucht in gaat. || Oud kinderspel. || Pinkelen: 1. Jongensspel waarbij een over een kant gelegd puntig stokje met een stok of plankje de lucht in geslagen werd; de medespelers moesten de pinkel proberen op te vangen. || Pinkelen: pinkelen. || Pinkeren. [ZND m] || Pinkeren: jongensspel, waarbij een puntig houtje met een plankje of stokje wordt weggeslagen. || Spel waarbij puntig houtblokje met een stok weggeslagen wordt.
III-3-2
|