e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
plas of meertje midden in de hei bol ven: bol ven (Echt), groezepoel: grusǝpōl (Bocholtz), kuil: kul (Neerpelt, ... ), moertjes: mujǝrkǝs (Eisden), peeltje: pięlkǝ (Weert), poel: pōl (Boukoul, ... ), poeltje: pylkǝ (Riksingen), pūl: powl (Einighausen), pul (Gingelom, ... ), puǝl (Zepperen), pūl (Tongeren, ... ), slak: šlak (Susteren), veen: vēn (Sittard), vē̜n (Vliermaalroot), ven: fen (Grazen), ven (Blerick, ... ), vøn (Boorsem, ... ), vęn (Berverlo, ... ), vɛn (Baarlo, ... ), vennetje: venkǝ (Ell, ... ), vęnǝkǝ (Middelaar), vɛnǝkǝ (Leunen), vijver: vivǝr (Hoensbroek), waterkot: watǝrkot (Beringen), wijer: wejǝr (Rekem), wi-jǝr (Jabeek, ... ), wē̜jǝr (Diepenbeek), wē̜ǝr (Donk), węjǝr (Velm), wīrt (Noorbeek, ... ), wɛr (Halen, ... ), wɛǝr (Opheers), wijertje: wēǝrkǝ (Kiewit), węjǝrkǝ (Beringen, ... ), zijp: zip (Cuijk, ... ), zoei: zø̜̄ (Kiewit) N 27, 23a vroeg naar ''plas of meertje midden in de hei''; I, 19 vroeg naar ''plassen, gevormd na afgraving van de turf''; 11, 10 vroeg naar ''watergat, veenkuil'' en II, 11 naar een ''plas, vooral een halfdichtgegroeide veenplas''. Al deze vragen zijn in dit lemma versmolten. [N 27, 23a; I, 19; II, 10; II, 11] II-4