e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pleistermortel gladstrijken afgipsen: af˲gepsǝ (Ottersum), afglatten: af˲glɛtǝ (Meijel, ... ), āfjlɛtǝ (Kerkrade), āf˲glɛtǝ (Neeritter), afglatteren: āf˲glɛtǝrǝ (Geulle), afpleisteren: āfplēstǝrǝ (Sittard), afplekken: āfplękǝ (Ulestraten), afpoleren: āf˱bulīrǝ (Kerkrade  [(gebeurt nadat de afwerklaag op de muur is aangebracht)]  ), afsmeren: āfšmē̜rǝ (Noorbeek, ... ), afstrijken: āfštrīkǝ (Heerlen, ... ), afwerken: āfwerkǝ (Montfort), āfwerǝkǝ (Klimmen), bezetten: bǝzętǝ (Weert), de muur afglatten: dǝ mūr āf˲glɛtǝ (Schimmert), glad afwerken: glāt˱ āfwęrǝkǝ (Weert), glad pleisteren: glat plīǝstǝrǝ (Jabeek), gladstrijken: glatštrīkǝ (Heerlen), glātstrīkǝ (Meeuwen), glatten: glɛdǝ (Houthem, ... ), glɛtǝ (Ell, ... ), jlɛtǝ (Bleijerheide), glatteren: glɛdǝrǝ (Tungelroy), greumelen afdoen: jrømǝlǝ āf˱duǝ (Kerkrade  [(gebeurt met behulp van het houten raapbord ongeveer twee uur nadat de eerste pleisterlaag is opgebracht)]  ), in het wit zetten: en ǝt wet ˲zē̜tǝn (Lommel), opschuren: opšuǝrǝ (Tegelen), opstrijken: ǫpstrīkǝ (Oud-Caberg), plakken: plǫkǝ (Rijckholt), plamuren: plamȳrǝ (Houthalen), pleisteren: plestǝrǝ (Waubach), plī.stǝrǝ (Waubach), plīstǝrǝ (Hoensbroek), pleisterspijs afwerken: plē̜ǝstǝršpīs āfwerǝkǝ (Susteren), plekken: plɛkǝ (Hoensbroek), plɛʔǝ (Tessenderlo), poleren: polirǝ (Meeuwen), polīrǝ (Berverlo, ... ), pǝlērǝ (Rothem), pǫliǝrǝ (Lozen), pǫlē̜rǝ (Uikhoven), slichten: šlextǝ (Herten, ... ), šlēxtǝ (Helden, ... ), stucadoren: støkadōrǝ (Maastricht, ... ), štøkadōrǝ (Hoensbroek), uitwassen: ȳtwasǝ (Meeuwen) Een pleisterlaag met behulp van het raapbord gladmaken. [N 32, 38a; monogr.] II-9