32682 |
ploeghamer |
hamer:
hãmǝr (L321p Neeritter),
hamertje:
hē ̞ǝmǝrkǝ (Q192p Margraten),
ploeghamel:
plóxhāmǝl (L387p Posterholt),
ploeghamer:
[ploeg]hāmǝr (L244c America, ...
L324p Baexem,
L215p Blitterswijck,
L291p Helden,
L289a Hushoven,
Q204a Mechelen,
L290p Panningen,
L373p Roosteren,
Q098p Schimmert,
L270p Tegelen,
L268p Velden),
[ploeg]hǭmǝr (P176p Sint-Truiden, ...
K353p Tessenderlo),
ploegsluiter:
plō ̞xsløę̄tǝr (P107a Rummen),
ploegvuist:
plōx˲vūs (Q009p Maasmechelen
[(ijzeren pin met een bolvormig uiteinde)]
)
|
Hamertje met ijzeren steel, die als trek- of verbindingsbout diende en bij het keren van de ploeg gebruikt werd om pallen of wiggen van de om te zetten ploegonderdelen los en - na omzetting - weer vast te slaan. [N 11, 33a]
I-1
|