31432 |
ponsnippel |
mof:
muf (P219p Jeuk),
pons:
pons (L330p Herten, ...
L321p Neeritter,
L299p Reuver),
põns (L159a Middelaar),
põ̜ns (L213p Well),
pǫns (L216a Oostrum),
ponsbeitel:
pǫns˱bētǝl (Q117p Nieuwenhagen, ...
Q118p Schaesberg),
ponsnippel:
põ̜nsnepǝl (L217p Meerlo, ...
L192a Siebengewald,
L213p Well),
ponsstift:
ponsštef (Q111p Klimmen),
stalen stift:
štǫalǝ štef (Q121b Spekholzerheide),
stamp:
štamp (Q121b Spekholzerheide
[(stalen stift)]
),
stempel:
stɛmpǝl (Q005p Zutendaal),
stẽ̜mpǝl (L165p Heijen),
štɛmpǝl (L291p Helden, ...
L330p Herten,
Q121p Kerkrade,
L290p Panningen,
Q116p Simpelveld,
L331p Swalmen),
stemper:
štɛmpǝr (L330p Herten)
|
Het onderdeel van de ponsmachine waarmee het gat in het plaatmateriaal wordt geponst. Het bestaat uit een hardstalen pen met een massieve schacht, die eindigt in een hol uiteinde waarvan de omtrek geslepen is. Zie ook afb. 134. [N 33, 346a; N 64, 72]
II-11
|