e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
porringdraad draad: drǭt (Schimmert), fijn koordje: fęjn kērtjǝ (Genk), koord: dǝ kōrt (Helden, ... ), koat (Heerlen), kō ̝rt (Meeuwen), kōwǝr (Lommel), kǭǝt (Eys), maat: mǭt (Tessenderlo), metsdraad: mø̜ts˱droǝt (Bree), metselkoord: mętsǝlkǭrt (Heythuysen), metseltouw: dǝ mɛtsǝltǫw (Klimmen), metseltouw (Susteren), metskoord: mɛtskuǝt (Bilzen), paskoord: paskōjǝrt (Berverlo), porringdraad: pǫreŋdroǝt (Leuken, ... ), pǫreŋdrāt (Hoensbroek), pǫreŋdrǫ (Meijel), pǫreŋdrǭt (Haler, ... ), porringsdraad: pǫreŋs˱drǭt (Ell), porringtouw: pǫreŋtow (Weert), smetkoord: smętkǭrt (Uikhoven), spandraad: špandrǭt (Herten), straaldraad: strǭldrǭt (Oud-Caberg), štrǭldrǭt (Heerlen), straalkoord: štrǫalkǫat (Bleijerheide), štrǭlkōrt (Ulestraten), štrǭlkǭrt (Beek), toerdraad: tūrdrǭt (Tungelroy), touwtje: tø̜jkǝ (Rothem), trekdraad: tręk˱drǭt (Tegelen) De draad waarmee de boog wordt afgetekend. Eén uiteinde van de draad wordt vastgehecht in het porringpunt, met het andere wordt de boog bepaald. Uit de woordtypen 'metselkoord' (L 292), 'metskoord' (Q 83), 'metsdraad' (L 360) en 'metseltouw' (L 432, Q 111) blijkt dat ook het 'metselkoord' als porringdraad werd gebruikt. In L 414 werd het aftekenen met behulp van een 'klokpasser' ('klǫkpasǝr') gedaan. [N 32, 17f] II-9