e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
praam bak: bak (Griendtsveen, ... ), gebitijzer: gǝbēt˱īzǝr (Rothem), kakentang: kākǝtaŋ (Herten), klem: klęm (Overpelt, ... ), knevel: knēvǝl (Afferden), knijper: knijper (Gennep, ... ), knē̜pǝr (Kiewit), knīpǝr (Roosteren), muilijzer: mulīs˱dǝr (Weert), mulīzǝr (Klimmen, ... ), mø̜̄lē̜i̯ǝzǝr (Loksbergen), mōlęi̯zǝr (Diepenbeek), mǫu̯lęi̯zǝr (Bilzen), mǫu̯ǝlē̜zǝr (Tessenderlo), muilpraam: mūlprām (Kinrooi), muilprang: muilprang (Berbroek), muilspanner: mālspanǝr (Bevingen), naasknevel: nāsknēvǝl (Helchteren), naasknijper: nāsknipǝr (Stokkem), naasring: nāsręŋ (Sint-Truiden), neusklem: neusklem (Maastricht), neusknijper: nø̄sknē̜pǝr (Koersel), neusring: nø̄srēŋk (Hamont, ... ), nijper: nīpǝr (Hushoven), praam: pram (Vliermaal, ... ), prau̯m (Diets-Heur, ... ), prou̯m (Kortessem), prām (America, ... ), prǫi̯u̯m (Broekom, ... ), prǫu̯m (Berlingen, ... ), prǫǝm (Achel, ... ), prǭm (As, ... ), (mv)  prøm (Wijchmaal), prang: pra ̝ŋ (Sint-Lambrechts-Herk, ... ), praŋ (Achel, ... ), prang op de snuit: praŋ ǫp˱ ǝ snø̜̄t (Hasselt), prem: (mv)  prēm (Gruitrode), pręm (Bocholt, ... ), prems: prɛms (Klimmen  [(vergelijk Duits Bremse)]  ), prengel: prengel (Arcen, ... ), priem: prim (As, ... ), proom: pruom (Hoepertingen), pruǫm (Alken, ... ), prō ̝om (Ulbeek), prōm (Aalst, ... ), prōom (Wimmertingen), schaar: sxīr (Borgharen), šiǝr (Valkenburg), šīr (Gruitrode, ... ), tandenijzer: tānęi̯zǝr (Jeuk) Lage, platte schuit. [II, 92d; II, 92c] || Neusknijper om het paard in bedwang te houden. Een praam bestaat uit een houtje met een lus eraan, die rond de bovenlip van het paard wordt gelegd en met het houtje wordt aangedraaid. Er bestaan ook metalen neusknijpers met deze functie (zie o.a. de termen muilijzer, tandijzer en gebitijzer). [JG 1b, 1c, 2c; N 13, 85; N 33, 377 en 380; S 28; monogr.] I-10, II-4