31424 |
ratelbooromslag |
boor met racagnac:
buǝr męt rakǝnjak (Q083p Bilzen),
boorknar:
bǭrknar (L270p Tegelen),
booromslag met krik:
bǫarømšlāx met krek (Q121c Bleijerheide),
booromslag met ratel:
bǭromšlāx męt rātǝl (L299p Reuver),
boorzwong met ratel:
bǭršwøŋk met rātǝl (Q204a Mechelen),
eckbooromslag:
ɛk˱bōrømšlāx (Q121p Kerkrade),
hoekboor:
hōk˱bǭr (L270p Tegelen),
knar:
knar (Q121c Bleijerheide, ...
L270p Tegelen,
L271p Venlo),
krikboor:
krek˱būǝr (L328p Heel),
racagnac:
rakǝnjak (Q083p Bilzen, ...
K317p Leopoldsburg),
racagnacboor:
rakǝnjak˱bǫwǝr (K353p Tessenderlo),
ratelboor:
rātǝlbǭr (L330p Herten, ...
L387p Posterholt),
ratelboor met halve slag:
rātǝlbǭr met halǝvǝ slāx (L271p Venlo),
ratelzwong:
rātǝlzwǫŋ (K317p Leopoldsburg),
verstelboor:
vǝrštęlbǭr (L330p Herten),
zwong met racagnac:
zwǫŋ męt rakanjak (L421p Dilsen)
|
Booromslag die na een halve draai teruggedraaid kan worden zonder dat het boorijzer meedraait. In de boorhouder is daartoe een tandwieltje aangebracht, dat tijdens het boren een ratelend geluid maakt. De ratelbooromslag wordt gebruikt op plaatsen, waar het niet mogelijk is de zwengel volledig rond te draaien, bijvoorbeeld in hoeken. Zie ook afb. 82. [N 53, 161c; N 53, 173a] || Booromslag, die in de spil voorzien is van een soort palrad waardoor het boorijzer met een heen en weer gaande beweging van de beugel in een bepaalde richting gedraaid kan worden. Er hoeven met deze booromslag dus geen slagen van 360o gemaakt te worden. Het woordtype eckbooromslag (Q 121) is van toepassing op een speciale uitvoering van dit werktuig waarbij de beugel onder een hoek van 45o ten opzichte van de boorhouder en het boorijzer geplaatst is. Daardoor kan gewerkt worden op plaatsen waar voor een horizontale beugel geen ruimte is. Eck- in het woordtype betekent "hoek". Vgl. ook het Hgd. Ecke. [N 33, 143; N 33, 164]
II-11, II-12
|