28853 |
rijggaren |
drieggaren:
drieggaren (Q003p Genk, ...
L416p Opglabbeek),
drix˲gārǝ (L317p Bocholt),
drīx˲gã.rǝ (K361p Zolder),
drīx˲gārǝ (Q011p Boorsem, ...
Q007p Eisden,
P052p Schulen),
drīx˲gǫn (P188p Hoepertingen),
drīx˲gǫwǝrǝ (K353p Tessenderlo),
drīx˲gǭn (Q071p Diepenbeek),
drīx˲gǭrn (Q165p Hopmaal),
trīx˲garǝ (L265p Meijel),
driegkatoen:
driegkatoen (Q003p Genk),
drīxkǝtun (L417p As),
drīxkǝtūn (P052p Schulen),
katoenen rijgaren:
katunǝ ri-jgārǝ (Q111q Ransdaal),
rijgaren:
ri-jgārǝ (L271p Venlo),
rigārǝ (L428p Born),
rējgārǝ (L270p Tegelen),
ręjgārǝ (L246p Horst),
ręjgǭrǝ (Q088p Lanaken),
ręjjār (Q121c Bleijerheide),
rijggaren:
rijggaren (L298a Kesseleik),
rix˲gārǝn (Q015p Stein),
ręjx˲gārǝ (L425p Grevenbicht / Papenhoven, ...
Q016p Lutterade,
L433p Nieuwstadt,
Q037p Vaesrade),
rīx˲garǝ (L265p Meijel),
rīx˲gārǝ (L299p Reuver, ...
Q112p Voerendaal),
rīx˲gǭn (L163p Ottersum),
rijkatoen:
ri-jkatun (L381p Echt),
trakelgaren:
trǭ.kǝlgārǝ (L318b Tungelroy),
trǭkǝlgārǝ (L318d Altweert, ...
L318e Altweerterheide,
L287p Boeket,
L289h Boshoven,
L288c Eind,
L289a Hushoven,
L318a Keent,
L288b Laar,
L289b Leuken,
L288p Nederweert,
L288a Ospel,
L289p Weert),
trochel:
truǝxǝl (Q083p Bilzen),
trochelgaren:
troaxǝljār (Q121c Bleijerheide),
truǝxǝlgǭn (Q083p Bilzen),
trǫxǝlgān (Q253p Montzen),
trǭxǝlgārǝ (L330p Herten, ...
Q016p Lutterade,
Q009p Maasmechelen,
Q095p Maastricht,
Q099p Meerssen,
L368p Neeroeteren,
Q099q Rothem),
trochelsgaren:
trǭxǝlsgārǝ (Q111q Ransdaal),
trochelvaam:
trǭxǝlvām (L330p Herten),
troggelgaren:
trøgǝlgārǝ (Q007p Eisden, ...
Q197p Noorbeek),
trǫgǝlgān (Q200p s-Gravenvoeren),
trǭgǝlgārǝ (L381p Echt),
troggelkatoen:
trǭgǝlkǝtun (Q198p Eijsden),
troggelsgaren:
trǭgǝlsgārǝ (Q027p Doenrade),
troggelsvaam:
trǭgǝlsvām (Q015p Stein)
|
Grover soort garen, die men gebruikt om de patroondelen voorlopig aan elkaar vast te naaien (Gerritse, pag. 37). De antwoorden van de informanten zijn in twee delen gesplitst. De eerste groep bestaat uit woordtypen waarvan men het gebruik van het garen kan afleiden. De tweede groep woordtypen geeft niet alleen het gebruik aan, maar ook het materiaal waarmee men werkt. [N 59, 6b; N 62, 57; monogr.]
II-7
|