28081 |
roofbeitel |
beitel:
beitel (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Eisden]),
houtbeitel:
hǫwtbęjtǝl (Q021p Geleen
[(Maurits)]
[Maurits]),
roofbeitel:
r ̇ōf˱bē.tǝl (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
roofbeitel (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
, ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Emma, Maurits]),
rōfbēsǝl (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Domaniale]
Q121a Chevremont
[(Julia)]
, [Willem-Sophia]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
, [Julia]
Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Domaniale]),
rōfbētǝl (Q113p Heerlen
[(Emma)]
, ... [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]
Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
, [Emma]
Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
, [Laura, Julia]
Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Domaniale, Wilhelmina]),
rōfbęjjtǝl (L265p Meijel
[(Emma / Maurits)]
[Maurits]),
rǫwfbęjtǝl (L426p Buchten
[(Maurits)]
, ... [Maurits]
Q021p Geleen
[(Maurits)]
, [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
, [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q016p Lutterade
[(Maurits)]
, [Maurits]
L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
, [Maurits]
Q015p Stein
[(Maurits)]
, [Maurits]
L374p Thorn
[(Maurits)]
[Maurits]),
rossignolbeitel:
rossignolbeitel (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Emma, Maurits]),
sloopbeitel:
šlōfbēsǝl (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
snoeibeitel:
snoeibeitel (Q015p Stein
[(Maurits)]
[Emma]),
šnujbētǝl (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Eisden]),
steekbeitel:
štēkbęjtǝl (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Maurits])
|
Beitel die op de luchthamer kan worden bevestigd en waarmee houten ondersteuningen in het ontkoolde pand worden doorgestoken. Bij het roven worden beitels van verschillende lengtes gebruikt waardoor de mijnwerker vanaf een veilige plaats kan werken. De invuller uit Q 15 merkt bij de opgave "snoeibeitel" op dat de roofploeg over dit speciale stuk gereedschap kon beschikken. De "snoeibeitel" was anderhalf tot twee meter lang en had een plat snijvlak van ongeveer vijf centimeter breed. De zegsman uit Q 21 kent twee soorten beitels: de ijzerbeitel, die een lengte van 50 centimeter heeft, en de houtbeitel die maximaal 1 meter lang is. De "rossignolbeitel" uit L 422 is een speciale beitel waarmee bouten gebroken of platen gesneden konden worden. [N 95, 588; N 95, 760 add.; N 95A, 7 add.; monogr.]
II-5
|