33747 |
ros |
ros:
rǫs (L417p As, ...
Q279p Baelen,
Q019p Beek,
K358p Beringen,
Q083p Bilzen,
Q156p Borgloon,
L360p Bree,
Q284p Eupen,
Q003p Genk,
L164p Gennep,
Q203p Gulpen,
L286p Hamont,
Q002p Hasselt,
L413p Helchteren,
P050p Herk-de-Stad,
L246p Horst,
K278p Lommel,
L372p Maaseik,
Q095p Maastricht,
Q199p Moelingen,
L321p Neeritter,
L312p Neerpelt,
K315p Oostham,
L314p Overpelt,
L355p Peer,
Q012p Rekem,
L266p Sevenum,
P176p Sint-Truiden,
L212a Smakt,
L378p Stevensweert,
K353p Tessenderlo,
Q178p Val-Meer,
L184p Wanroij)
|
Thans is het woord ros niet meer gangbaar; het is nog wel vermeld in de enquête van Willems. In enkele dialectwoordenboeken toegelicht als "niet meer gebruikelijk". Het woord leeft nog voort in roskam(men), rosdoek, rosmolen en rossig. [Wi 16]
I-9
|