id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
29289 | ruggen | de rug inhogen: dǝr røx enhǭgǝ (Stramproy), ruggen: røgǝ (Stramproy) | Opvouwen van pasgeweven doek. Men vouwt het doek dubbel in de lengte en legt de zelfkanten tegen elkaar. [N 39, 138] II-7 |