33367 |
ruif voor de koeien |
hooireep:
hø̄u̯rīǝp (L286p Hamont),
hǫi̯rīp (P051p Lummen),
koereep:
kǫu̯rīp (P055p Kermt),
leider:
lē̜ ̞i̯ǝr (L368b Waterloos),
reep:
rei̯p (L360p Bree),
rep (P222p Opheers),
rip (P050p Herk-de-Stad, ...
P055p Kermt,
P054p Spalbeek,
K361p Zolder),
riǝp (K357p Paal, ...
P044p Zelem),
rēi̯p (Q005p Zutendaal),
rēp (K317p Leopoldsburg, ...
Q177p Millen,
Q158p Riksingen,
Q076p Romershoven,
Q162p Tongeren),
rēǝp (P177p Zepperen),
rē̜ ̞p (Q093p Rosmeer, ...
Q178p Val-Meer,
Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
rīp (P051p Lummen),
rīǝp (P176p Sint-Truiden),
rɛi̯p (L420p Rotem, ...
Q162p Tongeren),
rɛp (Q080p Vliermaal),
(mv)
repǝ (Q072p Beverst),
rē̜ ̞i̯pǝ (L416p Opglabbeek),
rek:
rɛk (K318p Berverlo),
roop:
rø̄p (Q030p Schinveld, ...
Q112p Voerendaal,
Q117a Waubach),
rø̄ǝp (Q204a Mechelen),
rø̜̄p (Q196a Banholt, ...
Q196p Mheer),
rø̜i̯p (Q111q Ransdaal),
rø̜u̯p (Q007p Eisden),
ruif:
rø̄f (Q211p Bocholtz),
rø̜̄f (K358p Beringen),
rø̜̄u̯f (Q007p Eisden),
rø̜u̯f (L312p Neerpelt),
ruifje:
rø̜u̯fkǝ (L352p Hechtel),
voederreep:
vøi̯ǝrrīp (Q002p Hasselt)
|
Naar aanleiding van de vraag naar de "verstelbare voerluiken" (2.2.20) werden ook benamingen voor een ruif gegeven. Een ruif met hooi voor de koeien kwam in de oude potstaal nog vaak voor (zie de foto van afbeelding 7 bij het lemma "potstal" (2.2.2), afb. 7); in de stallen met een koeienstand vindt men deze niet meer. Vaak is er alleen in de paardestal een ruif; zie het lemma en de kaart "paarderuif" (2.3.2). [N 5A, 37d]
I-6
|